Open menu

Veiligheid

Je moet
1. doelmatige hekwerken, leuningen en kantplanken aanbrengen
2. vangnetten aanbrengen
3. persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken.

veiligheid

Als een veiligheidsharnas een val heeft gebroken, moet het hele vangsysteem inclusief het veiligheidsharnas voor hergebruik grondig worden gekeurd door een deskundige. Als vanglijnen zijn vervuild maar niet rafelen, mag je ze niet gebruiken. Veiligheidsharnassen moeten, net als de vanglijn en de demper, op een schone en droge plaats worden opgeslagen. Het veiligheidsharnas moet goed zijn afgesteld op de lichaamsmaten van de gebruikers. Een gebruiker is zelf verplicht om de vanglijn altijd te controleren op slijtage en rafels ook al is de keuringsdatum nog niet verlopen.

Gebruik loopplanken met voldoende grip. Hang bij grote openingen een vangnet op. Breng randbeveiligingen aan bij de dakrand en als collectieve bevelliging niet mogelijk is, gebruik je een veiligheidsharnas. 

Veiligheid bij takelwerkzaamheden

om

Bij hijskranen en hijswerkzaamheden moet je je bewust zijn dat
- een hijswerktuig kan omvallen.
- dat de last kan vallen
- dat andere objecten geraakt kunnen worden bij het manoevreren met de last
- dat je binnen de draaicirkel van de kraan kan worden geraakt door een last 
- harde ind een extra risico met zich meebrengt
- knelgevaar bestaat voor handen en andere lichaamsdelen
- er gevaar bestaat bij het verwijderen van hijsdelen
Je moet je er niet alleen bewust van zijn maar moet er ook naar handelen.

Als je kettingwerk gebruikt moet je
kettingwerk
1. de productomschrijving van de fabrikant lezen. 
2. de keuringssticker controleren.
3. Belast kettingwerk  alleen in de lengterichting. 
4. Forceer kettingwerk niet door het met een hamer op zijn plaats te slaan. 
5. Een te zware belaste ketting met vervormde schalmen  moet worden afgekeurd. 
6. Bescherm de ketting met bijvoorbeeld koppelschampen planken  of een stuk autoband tegen een last met scherpe hoeken. 
7. Gebruik bij het verlengen van een ketting alleen speciale haken koppelschampen  die even sterk of sterker is dan de ketting zelf. 
8. Draai sluitingen van bouten  helemaal aan. 
9. Belast nooit de punten van planken haken.

Als je staalkabels gebruikt moet je

staalkabels

1. Lees de productomschrijving van de fabrikant. 
2. Controleer de keuringssticker. 
3. Sla de kabels op in droge, goed geventileerde  ruimten in verband met roestvorming. 
4. Contact met vocht  en corrosieve stoffen vermijden. 
5. Inspecteer de staalkabels regelmatig op corrosie en slijtage. 
6. Gebruik staalkabels niet bij slechte spitsen, breuknesten, gebroken streng, sterke roestvorming, bij uitwendige beschadigingen, gebroken en gescheurde kabelverbindingen of bij vermindering van de diameter.

Wat moet je doen als je een handtakel gebruikt?

handtakel

1. Lees de productomschrijving van de fabrikant. 
2. Controleer de keuringssticker. 
3. Zorg voor stevige bevestigingspunten. Dus nooit aan leuningen, leidingen of steigers. 
4. Belast haken niet op de punt om te voorkomen dat ze openbuigen. 
5. Voorkom beschadigingen overbelasting. 
6. Verlengen  van de hendel van een takel met een stuk pijp is niet toegestaan, want dat leidt tot overbelasting. 
7. Inspecteer de takel voor gebruik op overbelasting beschadigingen. 
8. Breng een defecte takel terug voor reparatie en meldt dat aan de leidinggevende.

De spreidhoek is ook van belang. Hoe groter de hoek hoe meer kracht er op de kettingen komt te staan.  
Maximaal toegestaan is 120o Veilig is maximaal 90o
Op elk hijsgereedschap moet staan wat de maximaal toelaadbare last is. Dit wordt uitgedrukt in de WLL (Working Load Limit).

Hijsgereedschap moet ieder jaar visueel gekeurd worden.
Elke werknemer die een last aanslaat moet geinstrueerd zijn om de werkzaamheden veilig uit te kunnen voeren.
Steigermateriaal moet met een gesloten lus gehesen worden.  
 
Kettingen hijsbanden, staalkabels en andere hijsgereedschappen moeten elk jaar visueel en iedere 4 jaar door beproeving bekeken worden. Dat geldt ook voor transporthouders als werkbakken, containers, kubels en pallethaken.

Elk type hijsgereedschap moet identificeerbaar en traceerbaar zijn door:
- CE-markering
- EG-verklaring en overeenstemming
- Gebruikershandleiding

Op elk hijsgereedschap moet staan
- werklast
- eigen gewicht
- fabrikaat
- serie- of type aanduiding
- serienummer en bouwjaar
- datum (her)keuring
- spreidhoek (kettingen)
- klembereik (tangen en klemmen)
keuringsdatum
Bouwveiligheidszone

Hoe hoger een gebouw hoe groter de bouwveiligheidszone.
Voor een woning (3 m) is dat 1,5 meter
Voor 10 m hoog is dat 2,5 meter
Voor 50 m hoog is dat 7 meter
Voor 100 m hoog is dat 12 meter
 
Een randbeveiliging of vangnet is verplicht bij een valgevaar van 2,5  meter of meer. 
Een ladder moet minimaal  100  cm uitsteken boven de plaats waartoe een ladder toegang heeft en moet bovenaan zijn vastgezet om wegglijden te voorkomen. 
Je mag maximaal 4  uur per dag op een ladder staan. 
Boven de windkracht  6  mag je geen ladder meer gebruiken. 
Een dakrandbeveiliging kan achterwege blijven, wanneer de werkzaamheden en de weg er naartoe op meer dan 4  m van de dakrand plaatsvinden en zoals het werkgebied als de weg ernaar toe is afgezet met lint of schragen. 
De maximale stahoogte op een ladder is 7,5  meter. 
Een goede hoek voor het opstellen van een ladder is 75  graden. 
Zorg ervoor dat je altijd minimaal  3  contactpunten hebt als je op een ladder staat. 
De maximaal toelaatbare reikwijdte is  1  armlengte.
 
Veilig omgaan met een rolsteiger.

 

 

%MCEPASTEBIN%