Beng
bijna energie neutaal gaat de EPC vervangen. Of je bijna energieneutraal bent wordt berekend via
De energiebehoefte
De hoeveelheid energie die nodig is om een gebouw te verwarmen en te koelen, uitgedrukt in kWh per m2 per jaar. Deze indicator gaat over het beperken van de energievraag en het tegelijkertijd behouden van een comfortabel binnenklimaat in een gebouw. Dit kan bijvoorbeeld door isolatie en slim gebruik van de warmte en het licht van de zon. Men maakt onderscheid in woningbouw (waarbij men kijkt naar verwarming en koeling) en utiliteitsbouw (waarbij men ook naar verlichting kijkt).
Primair fossiel energieverbruik
De hoeveelheid energie uit niet-hernieuwbare bronnen in kWh per m2 per jaar die nodig is om de energiebehoefte in te vullen. Dit hangt sterk samen met de gebouwinstallaties. Energiezuinige maatregelen, zoals een warmtepomp, verlagen het primair energiegebruik. Duurzaam opgewekte energie, bijvoorbeeld met zonnepanelen, mag je aftrekken van het primair fossiel energiegebruik.
Verwarming, Koeling, Hulpenergie, Warmtapwater voor woningbouw en bij de utiliteitsbouw ook nog Bevochtigen of ontvochtigen, Verlichting en daarvan afgetrokken de hoeveelheid opgewekte hernieuwbare energie
Aandeel hernieuwbare energie
Het percentage hernieuwbare energie van het totale energiegebruik. Eerst wordt de absolute hoeveelheid bepaald. Die omvat de opbrengst uit zonnepanelen, maar ook van bijvoorbeeld warmtepompen en biomassaketels, minus het energiegebruik daarvan. D.m.v. onderstaande formule wordt het aandeel hernieuwbare energie bepaald.
aandeel hernieuwbare energie = hernieuwbare energie / primair fossiel + hernieuwbaar * 100 %
Zie ook dit filmpje en voor meer deze site.
BENG (bijna energie neutraal gebouw)
In Nederland wordt de energieprestatie voor BENG vastgelegd aan de hand van de volgende drie indicatoren:
- De maximale energiebehoefte in kWh per m² gebruiksoppervlakte per jaar:
Voor het bepalen van de energiebehoefte wordt de energiebehoefte voor verwarming en koeling bij elkaar opgeteld. Voor utiliteitsgebouwen telt ook de verlichting mee. - Het maximale primair fossiel energiegebruik in kWh per m² gebruiksoppervlakte per jaar:
Bij primair fossiel energiegebruik wordt de energiebehoefte bepaald die nodig is voor het leveren van de de totale gebouwgebonden energiebehoefte, dus inclusief de systeemverliezen, hulpenergie ect. De gebouwgebonden energiebehoefte vermenigvuldigd met het rendement van de opwekking en distributie van de benodigde energie uit het net is het primair fossiel energiegebruik. - Het minimale aandeel hernieuwbare energie in procenten:
Het aandeel hernieuwbare energie wordt bepaald door de hoeveelheid hernieuwbare energie te delen door het totaal van hernieuwbare energie en primair fossiel energiegebruik.
Gebouwfunctie |
Energiebehoefte [kWh/m²·jr] |
Primair fossiel energiegebruik [kWh/m²·jr] |
Aandeel hernieuwbare energie [%] |
Woningen en woongebouwen |
25 |
25 |
50 |
Utiliteitsgebouwen |
50 |
25 |
50 |
Onderwijsgebouwen |
50 |
60 |
50 |
Gezondheidszorggebouwen |
65 |
120 |
50 |
Discussie over omstreden BENG-conceptwaarden: hoe nu verder?
Vanaf 1 januari 2020 vervalt de EPC-berekening en moeten voor de omgevingsvergunning van een nieuwbouwproject drie BENG-getallen worden berekend. In 2015 maakte de overheid de voorlopige waarden voor die BENG-indicatoren bekend. De belangrijkste van de drie werd BENG-1, de indicator die aangeeft hoe goed de gebouwschil is geïsoleerd. BENG-1 wordt uitgedrukt in de energiebehoefte van de woning, per vierkante meter. De maximale energiebehoefte werd in 2015 gesteld op 25 kWh/m2.j.
Kritiek en verbazing
Groot was de verbazing toen de nieuwe conceptwaarde voor BENG-1 een paar weken geleden bleek opgerekt van 25 naar 70 kWh/m2.j; er stak al snel een storm van kritiek over op. Zo toonde ook Claudia Bouwens van het Lenteakkoord-platform Zeer Energiezuinige Nieuwbouw (ZEN), zich verrast: “Vanaf 2015 hebben we onderzoek gedaan naar de voorgenomen eisen en er rapporten over uitgebracht. Daarin hebben we geschreven dat de BENG-1-eis van 25 kWh/m2.j voor de meeste woningtypen niet gemakkelijk haalbaar is, maar wel is te doen als je alles uit de kast trekt. Dat geldt alleen niet voor vrijstaande woningen en appartementsgebouwen; voor die gebouwtypen vroegen we net wat meer ruimte, tot 30 of 35 kWh/m2.j.”
Vaste waarde voor ventilatie
Dat de wens van de Lenteakkoord-partijen om BENG-1 op te rekken zo royaal is opgevat, verbaast ook Bouwens. “In eerste instantie vond ik het wel heel erg ruim en ambitieloos.” Inmiddels is het stof neergedaald en wordt duidelijk dat de nieuwe rekenmethodiek die voor BENG wordt gehanteerd, de NTA-8800, voor andere getallen zorgt. Dit levert bij Bouwens een wat genuanceerder beeld op, stelt ze: “Er is heel veel veranderd, je kunt het niet meer met elkaar vergelijken.” Bouwens ziet ook dat in BENG-1 een grote vaste waarde voor ventilatie wordt meegenomen. “Geavanceerde ventilatiesystemen zijn uit BENG-1 gehaald en er is een vaste factor voor teruggekomen. Je moet standaard rekenen met systeem C1 (handmatige bediening van ventilatieroosters en een afvoerventilator, -red.). Dat is het slechtste systeem dat je in nieuwbouw kunt hebben. Die ventilatieverliezen moet je er nu standaard bij optellen.” Bij een gemiddeld huis zorgt ventilatiesysteem C1 voor een optelling van 15 tot 25 kWh/m2.j, met een gemiddelde van 19, hoorde Bouwens van de ventilatiebranche.
Herberekening van een database
Concreet blijft voor BENG-1, na aftrek van zo’n 20 kWh voor ventilatie, nog ongeveer 50 kWh/m2.j over. Al met al is dat nog steeds een eind verwijderd van de eerdere eis van 25 kWh/m2. Waar dat verschil op is terug te voeren, willen de Lenteakkoord-partners de komende weken laten uitzoeken via herberekening van een database vol woningen. Dat wordt een monsterklus, verzekert Bouwens, waarbij haast geboden is. In januari opent de overheid een consultatieronde waar belanghebbenden hun zegje mogen doen. “We gaan daar sowieso gebruik van maken.”
Integratie van bouw- en installatietechniek
Duurzaamheidsondernemer Jan Willem van de Groep vindt de nieuwe waarden, met name die voor BENG-1, teleurstellend “omdat de eis zoals die nu is gesteld wel een heel eind afwijkt van de 25 die ooit is opgegeven.” Maar die eis was dan ook wel heel scherp neergezet vanaf 2015, geeft hij toe: “dat sloeg iets te ver door.” Sterker nog, Van de Groep wil het liefst de BENG-eisen helemaal loslaten, omdat door het gasloos bouwen de warmtepomp vaak de enige oplossing is, en juist dat biedt mogelijkheden. “Als je vanuit warmtepomptechniek denkt, is de hele BENG een draak van een ding. Je maakt de installatie los van de schil terwijl we juist zoeken naar de optimale integratie van bouw- en installatietechniek.”
Maar eigenlijk lijkt er toch niks aan de hand? De mindere gebouwschil die in BENG-1 wordt vereist kun je immers gemakkelijk repareren met installaties via BENG-2? “Dat repareren is nooit een goed idee”, stelt Van de Groep. ”Dat je in BENG-1 ventilatie heel ongunstig inrekent en in BENG-2 weer kunt compenseren, is gek.” Hoe had Van de Groep, nummer 79 in de Trouw Duurzame 100, de bouweisen zelf dan vormgegeven? “Dat zou een A4-tje met prestatie-eisen worden waar je als aanbieder op wordt afgerekend. Daar staat bijvoorbeeld in dat het in huis bij graaddagen altijd 21 graden moet zijn, in combinatie met een maximale hoeveelheid elektrische energie per vierkante meter. Dan is het aan de bouwer of aanbieder om ervoor te zorgen dat dit gebeurt, en laat je het door een goede vent met verstand van bouwfysica doorrekenen. Daar heb je geen BENG of NTA voor nodig.”
Invloed van extra bouwkosten
Naast de gewijzigde rekenmethode en de invloed van ventilatie op BENG-1 is er nog een andere belangrijke factor in het spel: de kostenoptimalisatietoets. Volgens voorzitter Harm Valk van de NEN-normcommissie NTA 8800 heeft de rijksoverheid de extra bouwkosten meegenomen bij het vaststellen van de BENG-indicatoren. Bovendien is door de komst van warmtepompen “een autonome kostenstijging geïntroduceerd; voor meer aanscherping in de maatregelpakketten blijft dan simpelweg geen ruimte over,” zo schrijft hij in een verklaring op internet.
Brief naar de minister
Jan Willem van de Groep herkent de angst voor hogere kosten nog van eerdere EPC-aanscherpingen. “Destijds zou bij de overgang van EPC 0,6 naar 0,4 uit de rekensom ook blijken dat het veel geld zou kosten. Desondanks is het doorgevoerd. Diezelfde rekensommen hebben ze nu weer gebruikt. Het ligt ver van de praktijk. We zijn al gasloos aan het bouwen en bij gasloos bouwen met het huidige Bouwbesluit zit je op een warmtevraag van 35 kWh/m2.j. Dat is prima te doen.” Van de Groep geeft aan dat samen met andere koplopers in actie wil komen. Hoe ziet hij dat voor zich? Gaat hij met spandoeken naar het Malieveld in Den Haag? “Nee,” zegt hij, “maar er gaat wel een brief richting de minister, met als boodschap ‘hé let op’. We hebben veel ervaring opgedaan. We hebben veel geïnvesteerd in goede optimalisatie. Wat wij doen gaat veel verder dan de ontwerp-bouweis.”
Passiefhuis: verder weg dan ooit
De passiefhuisgedachte is door het oprekken van BENG-1 verder weg dan ooit. Deze strenge, van oorsprong Duitse bouwnorm, gaat voor verwarmen uit van 15 kWh/m2.j. Dat is inclusief gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning. De oorspronkelijke 25 kWh/m2.j die de overheid vanaf 2015 voorlopig voor BENG-1 intekende, kwam in de buurt van de passiefbouwen-eis. BENG-1 brengt niet alleen het energiegebruik voor verwarmen in beeld, maar ook het (fictieve) energiegebruik voor koelen in de zomer. Maar tussen de huidige BENG-1-eis en de passiefhuisnorm zit nu welgeteld een factor 4,5 verschil. De stichting Passiefbouwen Nederland is naar eigen zeggen ‘flabbergasted’. Vice-voorzitter Gerben Bos: “Het idee was 25 kWh, de nieuwe waarde zagen we niet aankomen. Het is teleurstellend. In Nederland geloven we nog in het sprookjesbos en dat je wat je in de zomer opwekt mag gebruiken in de winter. Dit is een gemiste kans. We bouwen woningen die in energetisch opzicht nu al een monument zijn.”
‘Toekomstige hoofdpijndossiers’
Bovendien is het erg lastig om een Nederlandse woning te ‘upgraden’, vertelt Bos. “Het is bijvoorbeeld lastig om tripleglas in bestaande sponningen zetten, terwijl je er ook meteen voor kunt kiezen.” Frank Grooteboer, voorzitter van Passiefbouwen Nederland, vult aan: “De woningen die je straks bouwt met de BENG-1-waarden van 70 kWh zijn toekomstige hoofdpijndossiers.” De stichting vindt oprekking naar 35 kWh/m2.j, zoals Jan Willem van der Groep voorstelt, echter een onpraktische keuze. Grooteboer: “Dat is een ongelukkige waarde omdat je nog steeds een afgiftesysteem nodig hebt. Dat kost zo veel geld. In een passiefhuis is het door de lage warmtebehoefte mogelijk om via naverwarming van ventilatielucht het gehele huis te verwarmen. Radiatoren of vloerverwarming zijn niet nodig.” Tegelijkertijd ziet de stichting door de grote verschillen betere mogelijkheden om passiefbouwen voor het voetlicht te brengen. “Uiteindelijk is het aan de bouwer, gemeente of wie er gaat wonen om een keuze te maken.”
Verhoging Primaire Energie Factor (PEF)
Het rendement van de elektriciteitsopwekking, de Primaire energiefactor (PEF) wordt in de rekenmethodiek NTA 8800 flink opgehoogd, van 39 naar 69 procent. Het ministerie loopt daarmee vooruit op de verwachte groei van het aandeel duurzame energie in de energiemix. Volgens Jan Willem van der Groep is dat een vreemde redenatie. “Als je nog maar 6 procent duurzame energie hebt en je knalt de PEF nu al omhoog, gaat dat nergens over.”
Het betekent dat extra elektriciteitsgebruik in BENG-2, het totale fossiele gebruik, minder zwaar meetelt. Opwekkers met een COP van 1 – elektrische kachels en infraroodpanelen – zouden daardoor weleens geliefd kunnen worden bij woningontwikkelaars, signaleert Dick van Ginkel van bouwbedrijf Van Wijnen. We stellen de vraag aan Harm Valk, van de normcommissie: Lopen we met de aangepaste PEF niet tegen het probleem aan dat de markt veel meer COP1-installaties zal gaan toepassen? Zijn reactie: “Ja, is zeker een risico. Vooral als je alleen kijkt naar investeringen en niet naar het gebruik en de energierekening. We moeten dus voorzichtig zijn met elektrisch verwarmen; het is alleen verantwoord onder strikte randvoorwaarden.”
Voorbeeldwoningen
Ter illustratie van combinaties waarmee de nieuwe BENG-concepteisen kunnen worden behaald, werden tijdens het EPG-congres waarop de nieuwe waarden naar buiten werden gebracht, een viertal woningconcepten gepresenteerd. In onderstaande tabel staan de uitkomsten van de BENG-berekeningen voor deze vier woningen,
Verwarming: Gasketel* WP bodem WP buitenlucht Pelletketel
Tapwater: HR-combi Combi-WP Combi-WP Pelletketel
PV: 3.000 Wp geen pv 400 Wp 1.000 Wp
BENG-1 (eis: 70) 43,3 45,6 43,3 43,3
BENG-2 (eis: 30) 28,1 22,4 27,8 29,7
BENG-3 (eis 50%) 54% 67% 56% 54%
* Voor nieuwbouw is de aansluitplicht per 1 juli 2018 vervallen
Bouw/installatiedetails:
– Isolatie Rc 3,5/4,5/6 (v/m/d) en HR++-glas
– C4c-ventilatiesysteem (mechanische afzuiging en CO2-sturing)
– Buitenzonwering (m.u.v. woning met bodem-WP)
– Douche-WTW.
ICT hulp
ICT gaat gaat duurzaam bouwen steeds beter helpen. Men gaat meer en meer gebruik maken van Building Information Models (BIM). Je bouwt op de computer de gebouwen en datasets rekenen uit hoe duurzaam alles is alsde CO2-uitstoot die de productie en het vervoer ervan hebben gekost, de toxische stoffen die er in zijn verwerkt en de energieprestaties tijdens het gebruik.
Debimspecialist
Bimwiki
Greenbim.blogspot
De energiebalans van een energieneutraal gebouw is afhankelijk van complexe invloeden. Om de energieprestatie te kunnen voorspellen en het gebouw energetisch te optimaliseren zijn nauwkeurige berekeningen nodig. Met het rekenprogramma nZEB-tool/PHPP kan de energiebehoefte voor verwarming en koeling en de pieklast nauwkeurig worden berekend. Ook comfortparameters, de energieopwekking door zonthermische en PV-installaties en de efficiëntie van bijvoorbeeld warmtepompen komen betrouwbaar in beeld.
Met deze energiebalans-rekentool is het mogelijk om haalbaarheidsonderzoeken uit te voeren en verschillende concepten met elkaar te vergelijken.
Huizen hebben genoeg oppervlakte om energieneutraal te zijn (of zelfs energie te leveren) met warmtewisselaars, warmtepompen, miniwateropslag, LED. In 2020 moeten alle woningen energieneutraal zijn. Utrecht wil dat dit eerder wordt gerealiseerd en wil vergunningvrij urban windmills op daken laten zetten. De energierekening moet meegenomen worden in de woonlasten.
Warmte is ook uit de grond te halen via aardwarmtekorven. Zie Aardwarmtekorf Kost 7000 euro meer dan een gasverwarming. De aardwarmte is gratis. Op 4 meter diepte is het altijd 7 graden. Die warmte kan door een warmtepomp gebruikt worden om vloerverwarming op 35 graden te krijgen.
BAM Techniek en de Stichting InduTeq hebben een masterclass "Warmte/Koude Opslag" georganiseerd. Tijdens deze masterclass werd ingegaan op de vraag wat duurzaam bouwen is en wat hierbij komt kijken. Een aantal mogelijke installatie- en energieconcepten op basis van Warmte/Koude Opslag (WKO) werden behandeld. De zeer interessante ppt die hierbij gebruikt werd staat hier.