Open menu

Orientatie


Zonnewarmte kan een grote bijdrage leveren aan de verwarming van een gebouw. Een goed geïsoleerd én op de zon (dus op het zuiden) georiënteerd raam is netto energieleverend: de warmteopbrengst door zoninstraling is groter dan het warmteverlies. Zo heeft een tussenwoning met grote ramen op het zuiden ruim 25% minder warmte nodig dan met een oriëntatie op noord, west of oost.

Bij een raam op de noordzijde is het warmteverlies groter dan de warmteopbrengst. Bij raamopeningen op het oosten en westen zijn warmteopbrengst en -verlies ongeveer gelijk. Maar in de zomer straalt de zon op het oosten en westen ver in het gebouw. Grote raamopeningen leiden daar tot discomfort in de zomermaanden, verticale zonwering en eventueel aanvullende maatregelen zijn nodig.

winterzomer

Meestal ontwerpt men veel glas op het zuiden. In de winter kan de zon dan het gebouw goed verwarmen. Maar in de zomer kan het dan wel veel te heet worden. Daar is dan zonwering voor nodig (of bomen).

Omdat glas tegenwoordig ook goed kan isoleren kan men er ook voor kiezen veel glas op het noorden toe te passen. Dat heeft het prettigste licht en in de zomer warmt het gebouw niet zo op. Zie ook zonwering.


De warmtevraag van woningen is afhankelijk van de orientatie. Zie onder.

orientatie

In de zomer staat de zon hoger en schijnt op een zuidgevel amper naar binnen. Als huizen op oost-west georienteerd zijn hebben huizen meer last van de zon. Een dakoverstek of balkon helpt als natuurlijke zonwering. Markiezen en uitvalschermen helpen ook maar je moet er wel onder door kunnen kijken. Zonwerende folies helpen ook (aan de buitenkant van de raam). Een airco kost veel energie maar een ventilator verbruikt evenveel als een lampje en volstaat vaak. Vooral ventilatoren met grote rotorbladen. 
Of mediterraans gaan werken. 's-ochtends ramen, luiken, gordijnen of zonwerkingen dicht en 's-avonds de boel lekker tegen elkaar open.