Open menu


Adaptief en levensbestendig bouwen

ofwel denken in tweede levens en aanpasbaar (adaptief) bouwen.

In veel steden is er sprake van leegstand van kantoren en winkelpanden. Slopen en opnieuw bouwen is vaak een dure aangelegenheid. Het zou beter zijn, als er zo gebouwd wordt dat het gebouw makkelijk aangepast kan worden aan nieuwe gebruikers. Zo kunnen gebouwen gemakkelijk een tweede of derde leven krijgen.

Hier valt ook onder levensbestendig bouwen. Je zou je huis gemakkelijk moeten kunnen aanpassen voor ongemakken als je ouder wordt.

Het is niets nieuws dat gebouwen na verloop van tijd een andere bestemming krijgen. Iedereen kent wel voorbeelden van kerken of kantoorpanden die omgebouwd zijn tot woningen, of een bank waarin een school wordt gevestigd. De mate waarin een gebouw aangepast kan worden aan een nieuwe functie, wordt het ‘adaptief vermogen’ van dat gebouw genoemd.

Meestal is er bij de oorspronkelijke bouw geen rekening mee gehouden dat een gebouw een andere functie zou kunnen krijgen. Daarom is de aanpassing aan de nieuwe bestemming vaak een kostbare en tijdrovende aangelegenheid.

In welke gevallen is het rendabel om een gebouw te behouden en om het te verbouwen?

En in welke gevallen is het een betere optie om verder te zoeken naar een andere locatie of het oorspronkelijke gebouw zelfs te slopen

Je kan dan rekening houden met
- hoe hoog maak je een verdieping
- waar plaats je liften, trappen, kernen
- wat is het draagvermogen van de vloeren
- kan je het gebouw uitbreiden horizontaal of verticaal
- is de gevel demontabel 
- zijn de installaties aan te passen
- zijn de installatiecomponenten te ontkoppelen
- is de drager en de inbouw los van elkaar ontworpen
- hoe slim is de horizontale routing m.b.t. corridors en ontsluiting
- zijn de units verplaatsbaar
- zijn de binnenwanden verplaatsbaar
- hoe de binnenwanden zijn aangesloten aan de dragers 

TU Delft heeft zo een methode ontwikkeld om te zien hoe adaptief een gebouw is. 
Ze gebruiken daarvoor het onderstaande beoordelingsformulier.

adaptief bouwen

Bij het ontwerp kan het onderstaande je helpen. Hoe verder je naar buiten gaat in een gebouw hoe langer de levens
duur.

adaptief2

1. De eerste is de 'site', welke een oneindige levensduur heeft;
2. Vervolgens de constructie. Grote aanpassingen worden niet gedaan aan de constructie, op uitbreidingen na. Daarom heeft deze laag zeer vaak dezelfde levensduur als het gebouw zelf;
3. De derde laag is de 'skin': de huid rondom het gebouw die het gebouw dicht maakt, zoals het dak en de gevel. De gemiddelde levensduur is tussen de 30 en 60 jaar;
4. De vierde laag zijn de 'services': de werkende elementen in een gebouw, zoals de installaties, elektriciteit, communicatie-kanalen en dergelijke. Deze worden al vaker aangepast met een gemiddelde levensduur van tussen de 5 en 30 jaar;
5. De n-na-laatste laag heet de 'space plan', dit zijn de interne scheidingen zoals wanden en vloeren, deuren en dergelijke.
6. Het interieur heeft over het algemeen de kortste levensduur met gemiddeld 5 tot 15 jaar

Soms worden er bij deze methode vier lagen gehanteerd:
• Draagconstructie - 60 tot 200 jaar;
• Gebouwschil - 30 tot 60 jaar;
• Installaties - 5 tot 30 jaar;
• Inbouwpakket - 5 tot 20 jaar.

Circulair Bouwen heeft een groot voordeel voor de installaties. Door de installaties geheel vrij van de draagconstructie en gebouwschil te houden, kunnen de aanpassingen die nodig zijn eenvoudig worden gerealiseerd. Dit geldt voor de nieuwbouw maar ook voor de renovatie. De kansen voor de installateurs zijn groot, vooral bij het MKB. Deze ondernemers hebben wensen; installaties die aangepast of vervangen moeten worden, meer koeling, de snelste dataverbinding en een lage energie rekening.

Aan de andere kant begint de energietransitie op stoom te komen. Nul op de meter bouwen kunnen we wellicht sneller dan we denken. Van het gas af ook. Zo worden er All electric-gebouwen, die zelf hun energie opwekken en zelfs energie overhouden.

tweedeleven1

 

duur.tweedeleven2