Open menu

Geluid van buiten

De gevel moet lawaai van buiten voldoende weren. Bijvoorbeeld van industrie, wegverkeer, railverkeer en luchtvaart.
 
De zwakste schakel bepaalt de uiteindelijke geluidswering. De gevel is onderdeel van de ‘uitwendige scheidingsconstructie’, net als het dak.
 
Daarom geldt voor de wering van geluid van buiten voor de gevel in principe hetzelfde als voor het dak. Wanneer aan de gevel een verblijfsgebied grenst, dan stelt het Bouwbesluit eisen aan de karakteristieke geluidswering (GA;k) van die gevel.
 
De benodigde geluidswering wordt bepaald aan de hand van de optredende geluidsbelasting.

Geluidsisolatie tussen woningen

Geluid plant zich voort via trillingen in de lucht en/of materialen en kan langs verschillende wegen en op verschillende manieren van de ene naar de andere woning worden overgedragen.

Luchtgeluid en omloopgeluid

Bij luchtgeluid brengt de geluidsbron zoals een stem, luidspreker of geblaf van een hond de lucht in trilling. De ontvanger vangt deze geluidstrilling op in zijn/haar oor waar deze trillingen weer worden omgezet en via de hersenen worden vertaald naar geluidsbeleving.
Tussen twee woningen gaat het om omloopgeluid via openstaande ramen, deuren of kieren.

geluid

Contactgeluid

Bij contactgeluid wordt de constructie direct in trilling gebracht Het geluid wordt hier overgebracht via het materiaal van bijvoorbeeld vloeren, wanden en/of verwarmingsbuizen. Het tegengaan van contactgeluid kan het best bij de bron worden aangepakt. Bijvoorbeeld door het verend ophangen van luidsprekers of het aanbrengen van een losse “zwevende” vloer.

Contactgeluid
Flankerend geluid

Bij geluidsoverdracht gaat het vaak om combinaties van lucht- en contactgeluid. Vanaf een geluidsbron kan het geluid zich eerst via luchtgeluid verplaatsen en hiermee kan een wand in trilling worden gebracht die vervolgens aan de ander zijde de lucht weer in trilling brengt waarna het geluid zich weer via luchtgeluid verplaats naar de ontvanger. Flankerend geluidsoverdracht kun je voorkomen door onderbreking van de constructie. Zorg dat vloeren niet doorlopen en dat de aansluiting van de gevels op de woningscheidende wand (bouwmuur) zoveel mogelijk los is. Maak gebruik van ankerloze spouwmuren.

Installatiegeluid

Benoemd naar de bron maar ook hier gaat het bij de geluidsoverdracht om een combinatie van contact een luchtgeluid. Installatiegeluiden kunnen zeer hinderlijk zijn en kunnen worden voorkomen door het kiezen van stille apparatuur en het juist (zoveel mogelijk flexibel) monteren met voldoende aandacht voor ruimte tot krimp en uitzetten van de verschillende leidingen.

geluid2

De frequentie van het geluid bepaalt de toonhoogte. De frequentie wordt aangegeven in Hertz (Hz). Hoe hoger de toon hoe hoger de frquentie.

De sterkte van geluid is de geluidsdruk. De geluidssterkte is het kleine verschil tussen de aanwezige luchtdruk en de geluidsdruk. Je kunt het vergelijken met golven in een vijver. De luchtdruk is dan de diepte van de vijver en de geluidsdruk de hoogte van de golven. Het menselijk oor reageert al bij een hele kleine golf. Het zachtste geluid noemen we de geluidsdrempel. Deze is 0 dB. De gehoorgrens is 140 dB.

Het menselijk oor is niet voor iedere frequentie even gevoelig. Lage tonen ervaren we als zachter dan hoge tonen. Daarom wordt het geluidsdrukniveau gecorrigeerd naar het menselijk oor. Dat verklaart de A in dB(A). In regels en wetten die over wonen gaan wordt altijd gesproken over dB(A). De pijngrens ligt bij 130 dB(A).

geluid3

Rekenen met geluidsniveau's

 De complexiteit van rekenen met geluid wordt veroorzaakt door logaritmische rekenregels. Omdat het geluiddrukniveau uitgedrukt wordt in dB (logaritmische eenheid) kunnen de geluiddrukniveaus van meerdere bronnen niet zondermeer worden opgeteld.
Twee bronnen van 60 dB geven een totaal niveau van 63 dB. Een verdubbeling van het aantal bronnen heeft dus een stijging van 3 dB tot gevolg. Om het niveau 10 dB te laten stijgen dienen tien bronnen met een gebuidsdrukniveau van 60 db aanwezig te zijn.
Over het algemeen zal een verhoging van 10 dB worden ervaren als een verdubbeling van het geluidsniveau.

geluid4

Het bouwbesluit beschermt tegen geluid van buitenaf. De NEN 5077 bepaalt in hoeverre de gebouwschil moet beschermen tegen verkeeerslawaai, vliegtuiglawaai en andere geluidsbronnen van buiten.

Het bouwbesluit beschermt via de NEN 5077 ook tegen geluid van installaties als een toilet, warmwatertoestel, lift, warmtepomp. 

Er wordt ook geregeld bescherming tegen lucht- en contactgeluid via een isolatieindex.

Eisen m.b.t. geluidswering tussen ruimten van verschillende gebruiksfuncties staan ook in de NEN 5077.

Bescherming tegen galm staat in de NEN 5078

Isolatiematerialen

De mate waarin materiaal geluid absorbeert is afhankelijk van
- de massa
- de luchtdichtheid
- de absorbtie.

Voorbeelden:

materialen

Baksteen: 2100 kg/m3 Luchtdichtheid slecht

Voor goede absorptie moeten stenen gemaakt worden met gaatjes (in de orde van 1 cm). waarachter zich glas- of steenwol bevindt. Wanden van schoon metselwerk absorberen niet echt geweldig maar ze kunnen toch een redelijke bijdrage leveren.  

Beton: 2400 kg/m3 Luchtdichtheid goed
Door zijn gladde structuur heeft beton slechte geluidsabsorberende eigenschappen met een hoog nagalmeffect. Met geluidsabsorberend materiaal ontstaat een goede geluidswerende combinatie.

Staal: 7800 kg/m3 Luchtdichtheid; goed
Door zijn gladde structuur heeft staal geen geluidsabsorberende eigenschappen en een hoog nagalmeffect. Staal wordt als systeemplafond wel toegepast met kleine gaatjes waarachter mererale wol. Hiermee bereikt men een goede akoustische werking.

Lood: 12200 kg/m3 Luchtdichtheid goed
Door zijn gladde structuur heeft staal geen geluidsabsorberende eigenschappen en een hoog nagalmeffect. de massa en de luchtdichtheid zorgen er voor dat lood een perfecte geluidsisolatie biedt zeker als een geluidsabsorberend materiaal als afwerking wordt toegepast.

materialen2

Glas: 2600 kg/m3 Luchtdichtheid goed
Door zijn gladde en harde structuur heeft glas geen absorberende eigenschappen. Het is wel een goede isolator. We zien dan ook veelvuldig toepassing van geluidswerend isolatieglas.

Hout: 700 kg/m3 Luchtdichtheid redelijk
De absorberende eigenschappen zijn afhankelijk van de oppervlaktestructuur en over het algemeen redelijk. Hout is geschikt om alleen of in combinatie met ander materialen bij te dragen aan een goede geluidsisolatie tussen ruimten. De constructie en de samenhang tussen materialen is hierbij het meest bepalend.

Houtwolcementplaat: 430 kg/m3 Luchtdichtheid slecht
In de zeventiger jaren waren houtwolcementplaten in de mode. Ze hebben door hun ruwe oppervlak een goed absorberend vermogen en werden als zodanig toegepast tegen de harde betonconstructies in schoolgebouwen, viaducten e.d.

Minerale wol: 16/250 kg/m3 Luchtdichtheid slecht
Danzij zijn open poreuze structuur is minerale wol een uitstekend geluidsabsorberend materiaal. De goede akoustische eigenschappen worden het beste bereikt bij een grote laagdikte. Dunnere langen worden wel geleverd, maar hoe dikker hoe beter.

Het isoleren van geluid

Om geluid tussen twee ruimten te isoleren kan je het volgende doen.
1. een wand plaatsen waarbij geisoleerd wordt met het massa principe
2. een ankerloze spouwmuur
3. een voorzetwand
4. een samengestelde lichte constructie volgens het massa-veer-principe
5. ontkoppeling van conctructiedelen.

geluidsisolatie

silent