Open menu

aardeklein 

   Sustainable Society 3.0

 

    Dé oplossing voor een duurzame wereld
                                                              

    door drs. R.A.M. de Vrind



Via Society 3.0. (van den Hoff, 2011) moet het mogelijk zijn genoeg voedsel, energie, producten en diensten voor ons allemaal en voor altijd te creëren. Naast neurale netwerken in ons hoofd ontstaan nu supra-neurale netwerken via IT-mogelijkheden. Hierdoor kan de denkkracht en de creativiteit van de mensheid aan elkaar gekoppeld worden om te komen tot de vele oplossingen die nodig zijn. Via IT zouden we duurzame ideeën en producten moeten delen met elkaar en met (hot spots op) verschillende werelddelen zodat we kunnen verbeteren, verbreden en vermarkten. Wereldwijd zouden we moeten gaan inventariseren wat is bedacht en waar creatieve oplossingen voor nodig zijn. Daar moeten we met ons allen de schouders onder zetten. De denkkracht en creativiteit kan op deze manier vele malen groter worden dan op dit moment. Dat kan de sleutel worden voor een (meer) duurzame wereld.

1.     Inleiding

Onze wereld is enorm in beweging. Informatietechnologie neemt een grote vlucht. Het gaat er niet meer om of je je mobieltje aan hebt staan, nee dat ding heb je altijd aan staan. Het apparaat kan waar je ook bent in contact staan met internet zodat je overal en op elk moment de beschikking hebt over een enorme hoeveelheid gegevens. Alle bibliotheken, musea, databanken, altijd bij de hand. Afstanden bestaan niet meer. Ideeën en gedachten en oplossingen kunnen in no time verspreid worden over heel de wereld maar kunnen ook worden verbeterd, verbreed en vermarkt. Ze vliegen tegenwoordig over en weer en dat vaak in allerhande onderlinge netweken als Hyves, Twitter, Facebook, LinkedIn.

Einstein heeft gezegd: “Niet wat ik heb bedacht is zo slim, maar wat miljarden breinen bedenken dat is pas slim”. En die breinen vormen steeds meer onderlinge netwerken (zie boven) waarin in potentie de denkkracht van velen kan worden ingebracht voor ideeën en oplossingen.

Ook verbetert de technologie om ons heen in rap tempo. Domotica, op afstand zaken regelen, via IT zaken efficiënter maken, smart grids etc. Het lijkt een idyllische wereld te worden.


2.    
Waar stevenen we op af?

 

De mooie en fantastische mogelijkheden van het nieuwe IT-tijdperk vormen maar één kant van de realiteit op aarde. Aan de andere kant zijn er bedenkelijke zaken gaande. In 1960 leerden kinderen op de lagere school dat de mensheid in dat jaar 3 miljard mensen telde. In nog geen mensenleven tijd is dat aantal meer dan verdubbeld en zitten we op 7 miljard (= 7 duizend miljoen) mensen.

 

bevolkingsgreoi 

Afbeelding 1. Groei van de wereldpopulatie

In 1965 hoorde je dat maar één land vanaf de maan zichtbaar was bij nacht. Dat was België, het land dat altijd zijn autowegen verlichtte. Nu is de hele wereld te zien vanuit de ruimte als één oplichtend geheel dat er uitziet alsof een schimmel zich aan het verspreiden is over de wereld. Te begrijpen valt dat dit klauwen met energie kost. Ieder jaar verstoken we dan ook dat wat de natuur in een miljoen jaar tijd heeft vastgelegd.

  aardebynight


Afbeelding 2. De mensheid verspreidt zich als een schimmel over de aarde.

We stevenen snel af op een wereld met 9 miljard mensen. Eigenlijk weet niemand dan meer hoe we ze dan allemaal moeten voeden, werk willen geven en een prettig leven kunnen bezorgen zonder enorme aanslagen op de natuur, de biodiversiteit en de natuurlijke hulpbronnen.

Vandaar dat grondstoffen en materialen duurder zullen worden. AKZO Nobel gaf in 2011 1 miljard euro meer uit aan grondstoffen dan in 2010. De olievoorraden slinken en het gebruik van fossiele brandstoffen zal de CO2-concentraties in de lucht doen toenemen (ondanks alle maatregelen). De olieprijs gaat weer naar ongekende hoogte. Een temperatuurstijging van 1 tot 2 graden of zelfs 6 graden wordt voorspeld met alle gevolgen van dien. De krachten op aarde worden groter met heftiger regenval, zwaardere orkanen, grotere droogten en meer bosbranden tot gevolg. De aride gebieden zullen groter worden, de poolkappen gaan smelten en de zeespiegel zal stijgen. Door het uitdijen van de mensheid naar 9 -10 miljard mensen zal de druk op de natuur verder toenemen, onder meer omdat al deze mensen steeds meer ruimte nodig hebben voor wonen, werken en vervoer.

Hierdoor zal de biodiversiteit verder afnemen met een grotere kwetsbaarheid van systemen tot gevolg. Helaas vissen we ook nog eens onze zeeën leeg en produceren we vlees in bio-industrieën op een niet ethische manier. De plekken die nog mooi zijn, gaan zwaar gebukt onder massatoerisme.

3.     Waar moeten we heen ?

Naar een maatschappij waarin het gebruik van ruwe grondstoffen wordt afgebouwd en waarin we ons inzetten voor 100 % recycling en hergebruik. We storten dan afval in de bio-kringloop zonder dat het nog giftige stoffen bevat zodat algen, planten en bomen er weer op kunnen groeien. Die leveren dan weer de bouwstenen (aan de chemische industrie) voor de materialen die we nodig hebben. Als we daarbij dan ook uitgaan van de waarde keten, creëren we eerst hoogwaardige producten en stoffen uit die bouwstenen (geneesmiddelen, cosmetica) of we maken er voedsel van. Als dat niet (meer) mogelijk is kunnen het grondstoffen voor de chemie en of materialen worden. Pas in de laatste fase van hun bestaan mogen biologische afvalmaterialen worden verbrand om energie op te leveren. Dat wordt het begin van de biobased economy.

 

 waardecreatie

 

Afbeelding 3. De waardeketen in het chemische domein


Product- en materiaalontwerpers gaan materialen ontwikkelen die eindeloos te recyclen of zelfs te upcyclen zijn en waarvan het afval in de techno- en biokringloop eenvoudig gescheiden kan worden (cradle to cradle).

Hiervoor is out of the box denken en re-thinking nodig. Andere materialen (biobased), meer functionaliteiten, upgraden, eenvoudig te demonteren, reductie van het aantal stoffen dat gebruikt wordt etc., gaat de nieuwe wereld kenmerken. Zo gaan we langzaam naar een Green economy. Als we daarbij de politiek kunnen overtuigen om niet arbeid maar ruwe grondstoffen, wegwerpartikelen en fossiele brandstoffen te belasten, kan het snel gaan naar een meer duurzame wereld. De wetgeving over afval moet worden gewijzigd want afval is geen afval meer maar voedsel. We gaan recyclen wat we kunnen. Lease concepten gaan er voor zorgen dat bedrijven hun grondstoffen terugkrijgen. Zo ontstaat een andere kijk op de bedrijfsvoering.

Industrieën zullen als voedselnetwerken gaan samenwerken (industrial ecology). Overschotten aan stoffen, warmte en energie gaan vloeien naar naastliggende bedrijven die op een slimme manier bij elkaar gezet zijn. Via cascades gaat men dan van hoogwaardig naar laagwaardig. Om transport te verminderen gaan we weer meer regionaal denken, produceren en consumeren.

Vervolgens gaan we energie duurzaam opwekken. Dat is een enorme opgave want als we alle huishoudens voorzien van duurzame energie hebben we pas 15 % gedekt. De rest (85 %) wordt verbruikt door de industrie, diensten, vervoer en landbouw. We gaan dat doen door de sterkte te zoeken die uitgaat van de verschillende gebieden van Europa en Afrika. Aan de kust wind- en getijdenenergie, vnl onder de lijn Parijs zonnepanelen, in de woestijn concentrated solar power en mogelijk op de grote landbouwarealen in Oost-Europa biomassa. Waterkracht in de bergen en geothermie in streken waar magma niet al te diep zit. Als een onderling verbonden neuraal netwerk zullen tekorten aan de ene kant worden opgevangen door productie aan de andere kant. Het wordt dus een Europees netwerk dat te weinig elektriciteit aan de ene kant aanvult met overvloed aan de andere. Bij een overschot aan aanbod gaan we opslaan (in accu’s van elektrische auto’s) of juist (was- vaat)machines aan zetten (smart grid). De energieproductie en -consumptie gaat dan echt werken als een intelligent geheel waarin ook grenzen geen rol meer spelen. Al het bovenstaande moet gezien worden als van levensbelang en zou dus moeten we gaan naar een 6% BTW tarief op windmolens, zonnepanelen etc. De Nederlandse regering zou alle subsidies op fossiele brandstoffen meteen moeten stoppen en zelfs hoger moeten belasten dan nu.

Het gaat naar zonnepanelen van plastics, het invangen van licht via nanostructuren, en het gebruik van een groter spectrum van de zon op een goedkope manier. Er komen grootschalige concentrated solar power installaties die zeewater opwarmen tot stoom waarmee elektriciteit wordt opgewekt. Als die stoom afkoelt krijg je zuiver water waar de woestijn weer mee geïrrigeerd kan worden. Vele tientallen windmolenparken zullen op zee worden aaneengesloten tot een groot onderling netwerk. Tussen de parken kan niet gevist worden zodat de visstand weer op peil kan komen. Daarnaast veel windmolens op land (aan de kust) omdat we nu eenmaal zoveel energie nodig hebben. Tevens overal decentrale energieopwekking via corporaties die op geschikte plekken grootschalig zonnepanelen installeren. Vaste teruglevertarieven die betaald worden door zwaardere tarieven op fossiele brandstoffen. Geen regels meer m.b.t. het zogenaamd energieleverancier worden. Dat moet alleen nog gelden voor fossiel. Daarbij moeten regels die de kabelbedrijven beschermen ook verdwijnen en moet iedereen (gecertificeerd) kabels kunnen leggen naar afnemers.

Ook valt er een enorme slag te maken in het design en materialengebruik van alle objecten om ons heen. Van vloerbedekking tot toiletpapier, van tandenborstel tot keukenstoel, alles zou op een cradle to cradle manier op de markt gebracht moeten worden. Daarvoor zullen we over al die zaken opnieuw na moeten denken en ze opnieuw moeten ontwerpen. Uitgangspunt moet zijn dat ieder product makkelijk is te scheiden in onderdelen en materialen die óf in de bio- óf in de technokringloop kunnen worden opgenomen, dat geen giftige stoffen gebruikt mogen worden en dat dat alles op duurzame energie moet plaatsvinden. Daar moeten we met z’n allen over na gaan denken.

4.     Society 3.0. De oplossing !


Via society 3.0. moet het mogelijk zijn genoeg voedsel, energie, producten en diensten voor ons allemaal en voor altijd te creëren. Terwijl ooit bedrijven en instanties los stonden van klanten en alleen maar moeizaam met elkaar konden communiceren, zie je nu dat organisaties gaan crowd sourcen en dat ze stakeholders gaan betrekken bij ontwerp, maatwerk, ontwikkeling, verbetering etc. Het is gegaan van society 1.0 naar 2.0.

Terwijl de communicatie vroeger per brief of telefoon ging en de klanten zich ver weg van het bedrijfsleven bevonden, heeft internet daar een verandering in aangebracht. Het communiceren met elkaar is veel makkelijker geworden. Via internet worden klanttevredenheidsvragen gesteld en enquêtes gehouden. Die gingen voorheen met call centres maar tegenwoordig krijg je een mailtje of je even in wilt vullen hoe je over een bepaald product of dienst denkt. Het belastingformulier kon je vroeger alleen op papier indienen en het is al een hele vooruitgang dat het nu digitaal kan. Steeds meer bedrijven gaan facturen digitaal versturen (wat een hoop papier scheelt). Dit is nog allemaal society 2.0.

 sus 3.0

 

Afbeelding 5. Van Society 1.0 naar 3.0 (van den Hoff, 2011)


In Society 3.0 zijn stakeholders en bedrijven/instanties volledig geïntegreerd en gaan ze samen op. De denkkracht en de mening van de stakeholders vormt dan een belangrijke input in de bedrijfsvoering en het reilen en zeilen van instanties. De betrokkenheid en de stem van de stakeholders wordt steeds belangrijker. Ze gaan om maatwerk vragen en bedrijven kunnen omgekeerd vragen wat ze van producten en diensten vinden.

Bij de lancering van nieuwe producten wordt YouTube gebruikt of andere social media. Databanken worden aan elkaar gekoppeld en op dit moment krijg je je belastingformulier niet alleen digitaal maar zelfs grotendeels ingevuld. Je hoeft het alleen nog maar te controleren. Ook verbindt internet tegenwoordig bedrijven met elkaar en zijn er sites die aangeven waar een bepaald product het goedkoopste wordt aangeboden. Zij bekijken prijzen bij allerhande bedrijven en leveren die aan de internetgebruiker. Zo heb je in een klap zicht op de verkoopprijs bij al die bedrijven en dus zijn ze in wezen met elkaar verbonden.

Via van alles wat in de cloud wordt gezet, begin je voor de supercomputers te leven en leren ze je steeds beter kennen. Hoe je er uitziet, is dan niet belangrijk maar wel hoe je je gedraagt op internet.

Ook in de gamewereld zitten we momenteel in 3.0. Vroeger downloadde je een spelletje en begon je te spelen (= 1.0). Later werd het mogelijk tegen de computer te spelen, maar nu speel je tegen andere mensen die in wezen ook geïntegreerd zijn in het computerspel. Tegenwoordig communiceren de gamers onderling tijdens het spelen en maak je vrienden met personen waarvan je niet eens weet of ze om de hoek wonen of leven in Australië. Hele communities worden gevormd waarbij de deelnemers elkaar helpen met tips, chats en waar vragen worden beantwoord door iemand die waar dan ook op de wereld woont. Bij het spel Mine Craft was het de bedoeling dat je een huisje bouwde in een landschap. Om aan je materialen te komen moest je bomen planten, gewassen telen en in de grond zoeken naar mineralen. Doordat het een lerende community was, werden de bouwwerken steeds mooier. Nu werken universiteiten samen om gebouwen neer te zetten als de Taj Mahal en de Notre Dame.

Mine craftMine craft gebouw

Uiteraard is bekend dat we tegenwoordig ook zelf onze netwerken bouwen via Hyves, Facebook, LinkedIn, Twitter etc. We beginnen elkaar dus te helpen in forums zodat de denkkracht en het weten aan elkaar gekoppeld wordt.

Er bestaat een analogie met onze hersenontwikkeling. Bij de geboorte komen we op de wereld met honderden miljoenen hersencellen die elkaar amper kennen. Door denken en doen ontstaan verbindingen en hoe meer die gebruikt worden hoe beter ze elkaar leren kennen en hoe makkelijker ze met elkaar omgaan. Gaandeweg leren je hersenen en door het combineren van allerhande patronen begint denkvermogen en een persoonlijkheid te ontstaan.

Na je 25e jaar kunnen 10.000 hersencellen per dag verdwijnen want die heb je nooit nodig gehad.


Als je elk mens vergelijkt met een hersencel dan beginnen we via internet met elkaar in contact te komen. Onze gedachten en ideeën gaan via de glasvezelkabels naar wie we maar willen. We vormen gemeenschappen die beginnen te werken als neurale systemen. Omdat de neurale netwerken (achter internet) ook leren begint er een nieuw denkvermogen en zelfs een nieuwe persoonlijkheid te ontstaan. Een persoonlijkheid zonder uiterlijk maar gevormd door wie en hoe je je gedraagt op internet.


Omdat communiceren met 7 miljard mensen onmogelijk en niet wenselijk is, selecteert zich vanzelf uit met wie je veel contact wilt hebben en met wie contact zinvol is. Die banden zou je willen en moeten aanhalen om succesvol te zijn. Nu al zijn veel internetgebruikers selectiever aan het worden en hebben ze geen behoefte meer aan de zoveelste nieuwsbrief of reclame van een winkel op internet. We selecteren waar we behoefte aan hebben.

society4.0

Afbeelding 6. De toekomst: Society 4.0 (van den Hoff, 2011)


Uiteindelijk zullen de IT-systemen zelf analyses uit gaan voeren gebaseerd op alle data die worden aangeleverd en gaan de systemen voor je denken of beslissingen nemen: Society 4.0. In de aandelenwereld bestaan dergelijke computers al. Die hebben al aandelen gekocht (op basis van wat ze razendsnel analyseren) nog voordat anderen er bij kunnen. Ook Google begint steeds meer met je mee te denken (en geeft je de reclames afhankelijk van je profiel). Op die manier lijkt het of Google of je computer ook een persoonlijkheid begint te krijgen. Het internet begint zelf tot leven te komen.


Bij 5.0. nemen de supercomputers beslissingen voor jou en bestaat er buiten ons brein een gigantisch collectief brein dat ook nog eens alles voor het zeggen heeft. Achter 4.0 en 5.0 kan je natuurlijk je vraagtekens zetten.

5.     De rol van het onderwijs

Voorlopig bewegen we in de richting van 3.0. Prof Jan Jonker (Jonker, 2011) heeft al het volgende experiment gedaan namelijk project Our Common Future 2.0. In het project werden tussen de 15 en 20 thema’s op duurzaamheidsgebied uitgewerkt door teams van 15 tot 20 mensen. De teams werden gevormd door allerhande mensen die zich via de website konden aanmelden en die twee weken van hun tijd wilden doneren. Elk team ontwikkelde een deelrapport dat uiteindelijk de basis vormde voor een boek met vele ideeën.

Als hierop nog eens iedereen zou kunnen reageren en als iedereen mee zou kunnen denken om de ideeën te verbeteren, verbreden en wie weet nog creatiever en innovatiever te maken, gaat het naar 3.0. Dat is waar mijn hoop op gevestigd is. Dat we met behulp van Society 3.0 netwerken gaan ontwikkelen om onze collectieve kennis, creativiteit en ideeën te gaan inzetten om antwoorden, ideeën en producten te leveren die de aarde verduurzamen. Als gezegd is dat hard nodig want de wereldbevolking met haar behoeften groeit door naar 9 – 10 miljard mensen.

Allereerst moeten we duurzame ideeën en producten gaan inventariseren uit alle hoeken van de wereld. Met die ideeën moeten we aan de slag gaan. We moeten ze verbeteren, verbreden en vermarkten niet alleen hier in Nederland maar over heel de wereld. Daarvoor moeten grote fora worden opgezet waarin b.v. universiteiten en hogescholen samenwerken. Ook de doeners uit het MBO zouden er (wereldwijd) mee aan de slag moeten. Juist in het onderwijs heb je niet te maken met bescherming van concurrentieposities en bedrijfsgeheimen. Dit zijn dè instituten waarin we sterk kunnen zijn door samenwerking. Het is ook goed dat studenten leren dat je door samenwerking (nationaal en internationaal) verder komt. In de evolutieleer zie je dat ook. Het gaat daarbij om "survival of the fittest” maar “the fittest” hoeft niet altijd de sterkste te zijn. Het kan ook zijn dat het de organismen zijn die het beste samenwerken. Ook dan heb je voordeel en dat lijkt met name van toepassing voor de mensheid. Zo floreren open economieën op het eind vaak beter dan gesloten. Open bedrijven die trachten samen te werken doen het vaak beter dan bedrijven die alles voor zichzelf proberen te houden.

Naast bestaande ideeën zou het ook goed zijn te bekijken of we (creatieve) oplossingen weten te vinden voor niet duurzame zaken. We zouden die problemen in fora kunnen neerzetten zodat de hele wereld mee kan denken over een oplossing.

Daarnaast bestaat er ook nog het fenomeen van crowd forcing. Door in gezamenlijkheid zaken aan te pakken heb je meer macht. Als alle consumenten, burgers en kiezers met z’n allen een vuist maken tegen niet duurzame producten en ideeën, beleidsvoornemens etc. komen we verder. Via campagnes kunnen velen gemobiliseerd worden om een vuist te maken tegen wantoestanden. Het is altijd zo geweest dat je verloren bent als de publieke opinie zich tegen je keert. Tegenwoordig is die publieke opinie eenvoudiger in beweging te krijgen dan vroeger. We staan steeds beter met elkaar in contact. Met onze netwerken kunnen we oproepen plaatsen en zo snel (denk)kracht mobiliseren.

Ook zie je steeds meer dat we door samen te werken goedkoper uit kunnen zijn. Gezamenlijke energie-inkoop of gezamenlijke aanschaf van zonnepanelen. Het drukt allemaal de kosten.

Via onze netwerken kunnen we ons ook al op de hoogte houden van allerhande aanbiedingen. De nieuwsbrief van Bewust Biologisch laat iedere maandag zien welke biologische producten waar in de aanbieding zijn. Hoewel biologische producten vaak nog duurder zijn dan niet-biologische, hoeft het verschil niet eens meer zo groot te zijn als je inkoopt op de aanbiedingen uit de nieuwsbrief.

Op dit moment gebeurt het bovenstaande wel een beetje maar nog niet zo gefacilieerd en goed opgezet als eigenlijk moet kunnen. Wie weet kunnen er zelfs games worden ontwikkeld om te komen tot echte nieuwe creatieve duurzame oplossingen die alsmaar nog beter worden en die nog verkocht worden ook. Games waarin je dan niet uitbetaald krijgt in credits of punten maar in echt geld.

Als de miljoenen gamers nu eens met hetzelfde fanatisme waarmee ze gewoonlijk World of warcraft spelen, maatschappelijke problemen oplossen, komen we verder. Volgens Jane McConigal (in haar boek Reality is Broken) hebben die gamers als 5,93 miljoen jaar het spel gespeeld. Wat hadden de spelers kunnen bereiken als ze hun inteliggentie, creativiteit en fanatisme hadden gestopt in het oplossen van maatschappelijke problemen. Dergelijke problemen zjn voor de gamer als niet zo verslavend als World of warcraft maar wat als je een game maakt waarin dat wel het geval is. Waarin je het gevoel hebt dat je uitverkoren bent voor een bijzondere missie met opdrachten die steeds moeilijker worden. Dergelijke spelen bestaan al zoals “World without oil”. Hierin tracht je zo zuinig mogelijk met energie om te gaan. In “Evoke” moet je creatieve oplossingen bedenken voor voedselschaarste. In “ Energy Battle” wordt geprobeerd thuis te leven met een zo gering mogelijk energieverbruik.

sus 3.0. solution 


Afbeelding 7 Society 3.0 om de wereldproblemen op te lossen.


Het is evident dat iedereen zit te wachten op duurzame oplossingen. We zijn op zoek naar slimme en creatieve ideeën die geshared worden en in de netwerken worden geüpgraded. Elke kleine uitvinding waardoor we een beetje minder energie verbruiken of die is gemaakt van slimmere (biobased) materialen, wil de hele wereld hebben. We moeten ze alleen nog produceren, verbeteren en vermarkten.. Zoals onze hersenen leren van dingen die fout gaan en van prettige zaken die goed gaan, zouden we met z’n allen via de social networks en onderlinge verbondenheid (via IT) dit moeten delen om te komen tot een meer duurzame en betere wereld.

6.     Hoe nu verder ? 


Het bovenstaande betekent dat we jongeren moeten opleiden in deze nieuwe wereld (van mogelijkheden). Allereerst zou creatief denken gestimuleerd moeten worden. Dat kan via allerhande technieken. In Antwerpen heb je de universiteit voor de creativiteit en op het Koning Willem I College zijn mediaters opgeleid om sessies te geven in een speciaal daarvoor ingerichte ruimte (de crealution room).

Naast originele en creatieve ideeën zouden studenten op zoek moeten gaan naar al bestaande goede ideeën en producten (op duurzaamheidsgebied) die ons verder brengen. Neem de site van blue economy van Günter Pauli waar allerhande ideeën opgezet zijn (www.guntherpauli.com). Prof. Jan Jonker van de Universiteit Nijmegen heeft 700 ideeën waarmee studenten aan de slag kunnen gaan (www.janjonker.nl) en veel ideeën zijn ook te zien op de website van Nudge (www.nudge.nl). Daar staan meer dan tweehonderd ideeën over Act now!, Bouwen en Wonen, Energie, Eten en Drinken, Hergebruik en afval, Huishouden, Inspiratie en bewustwording, Lifestyle, Mobiliteit, Natuur en Milieu, Sociale duurzaamheid, Tuin, Vrije tijd en Recreatie, Water en Werken. Al die ideeën zouden we moeten screenen op welke geschikt zijn om te brengen in de netwerken ter verbetering, verbreding en vermarkting. We moeten gaan leren hoe dat werkt en hopelijk komen we erachter dat samenwerken meer heil biedt dan protectionisme en dingen voor jezelf houden.

Daartoe moeten we slimme connecties zien te maken met de top(onderwijs)instituten die hier ook voor in zijn. Dat kan tegenwoordig gemakkelijk via de nieuwe IT-mogelijkheden.

HotspotsVerbeteren Verbreden Vermarkten

Op de site van Nudge is daar ook een aanzet toe gedaan. Men noemt dit het Nudgelab en de broedplaats. In het Nudgelab kan je je mening geven over nieuwe innovatieve en duurzame producten en diensten. Er staat dat de leveranciers benieuwd zijn naar jouw consumentenoordeel en je mening helpt Nudge zelfs aan inkomsten.

Op de broedplaats kan iedereen ideeën, tips en suggesties voor een nudge plaatsen. Anderen kunnen jouw idee steunen door erop te stemmen (stemknop), vragen te stellen of aan te vullen. Wie zich heeft aangemeld - en dat mag iedereen - kan er op discussiëren en interactie is welkom. Als er al een idee bestaat dat op het jouwe lijkt, dan wordt gevraagd je suggestie toe te voegen en zo het idee te versterken.

Omdat de nood groot is en we snel moeten verduurzamen, is samenwerken ook een must. De website van duurzaam mbo (www.duurzaammbo.nl) staat vol met onderwijsmateriaal dat gewoon gedeeld kan worden met alle docenten in het MBO. Waarom zou je lessen voor jezelf houden als het zo belangrijk is dat duurzaamheid echt gaat landen in het onderwijs? Op de site staat echt een open educational resources system (OERS).

Het is de bedoeling dat docenten verbeteren, verdiepen en verbreden. Via wikies is dat nog beter te organiseren. Doordat iedereen eraan mee kan werken is de fantastische wikipedia nu groter en betrouwbaarder dan de Encyclopedia Brittanica. Op de site van duurzaam mbo worden nu ook allerhande ideeën en producten verzameld en aangeboden aan jongeren (onder de knop duurzame producten en ideeën). Daar gaan jongeren mee aan de slag en wat daar uitkomt wordt weer gedeeld.

De website www.plado.nl ofwel platform duurzaam onderwijs vormt het platform met meer dan 1600 leden en gespreksgroepen op 22 thema’s. Via crowd forcing kan je een petitie tekenen voor meer aandacht voor duurzaamheid in het onderwijs. Al meer dan 2500 personen hebben de petitie ondertekend.

Aangezien Nederland het land is waarin we veel praten en uitwisselen op het gebied van duurzaamheid zou het goed zijn om op nationale schaal te komen tot inventariseren, verbeteren, verbreden en vermarkten. Het gaat dan over producten in de badkamer (toiletpapier, lippenstift, pampers, shampoo), het huishouden, op kantoor, in gebouwen (daken, zonnecellen, ramen, houten constructies, gootstenen), kleding (T-shirts, fleece, werkkleding, ondergoed, leren handtasjes) etc.

Maar aangezien duurzame ideeën en producten ook een meerwaarde kunnen beteken voor andere landen zou het goed zijn te komen tot een Europese samenwerkingsvorm in de vorm van broedplaatsen en laboratoria. Nog mooier zou het zijn gebruik te maken van de creativiteit en innovatiekracht van andere volkeren en culturen, wereldwijd zodat werkelijk de denkkracht van de mensheid wordt aaneengeschakeld.

Het zou mooi zijn als de netwerken zich uitstrekken over de werelddelen en ideeën en producten geshared worden met groepen in b.v. de VS, Canada, Brazilië, Japan, China, India. Wat daar uitkomt kan enorme meerwaarde hebben. Daarbij zouden de netwerken intensere banden moeten krijgen met het bedrijfsleven en met b.v. de maakindustrie in China. Want als je dan een goed idee hebt, moet je het ook kunnen laten maken. Meer en meer begint het er op te lijken dat naast de behoefte aan goede ideeën en misschien nog wel een grotere behoefte bestaat aan ‘enablers’ om goede ideeën in de juiste banen te leiden: i.e. om de inbrengers van de ideeën maximaal te bekrachtigen.

Mogelijk bieden de 88 Regional Centres of Expertise in ESD (Education for Sustainable Development) uitkomst. Als die 88 expertisecentra gaan samenwerken om oplossingen en ideeën uit te wisselen en er ook werk van te maken, komen we al een heel eind. Daar zal dan wel de IT-omgeving voor moeten worden ingericht.

Ministeries zouden e.e.a. kunnen promoten (internationaal) want het gaat om cellen (instanties) die echt willen samenwerken, die echt hechte banden aan willen gaan. Samenwerken voor de goede zaak maar misschien ook wel plat voor business. Daar is niets mis mee.

7.     Conclusie


Hopelijk gaan we inzien dat als we intensief samenwerken we kunnen komen tot ideeën, producten en diensten die een duurzame wereld een stuk dichterbij brengen. Samenwerken zodat de samenleving steeds meer gaat naar society 3.0.

 solution sus 3.0


Afbeelding 8: Sustainable Society 3.0

 
In de bovenstaande afbeelding is de verlichte aarde te zien. Ik schreef eerder al dat het lijkt of de mensheid zich over de aarde verspreidt als een schimmel. In het licht van Sustainable Society 3.0. zou je het plaatje ook kunnen zien als een groot neuraal netwerk, als een grote samenwerkende wereld om te komen tot oplossingen.

In Sustainable Society 3.0 is er hoop grootschalig te komen tot oplossingen, duurzame producten en diensten die het mogelijk maken te voorzien in de behoeften van 9 miljard mensen en te komen tot een wereld waarin we genoeg hebben voor ons allemaal en voor altijd.

Naast veranderingen op het gebied van nieuwe IT mogelijkheden en inzichten op het gebied van duurzame ontwikkeling moeten we ook van 1.0 naar 2.0, 3.0 en zlefs 4.0 op het gebied van de natuur, werk, kapitaal, leiderschap, consumptie, leiding en bezit.
De economie is gegaan van 0.0 gemeenschappen naar 1.0 staat centrisch naar 2.0 de vrije markt naar 3.0. de sociale markt naar 4.0. ecosysteem economy.  Het moet gaan van ego centrisme naar eco centrisme.  
Het menselijk bewustzijn gaat dan van 1.0. traditioneel naar 2.0. ego-systeem bewustzijn naar 3.0. stakeholder bewustzijn naar 4.0. ecosysteem bewustzijn.  (Otto Scharmer Leading for the emerging future).

Referenties

Ronald van den Hoff,   Society 3.0., 2011 ISBN 9789081 693516

Jan Jonker Duurzaam, Denken Doen, 2011 ISBN 978 9013090086

Jane MacConigal Beter dan echt 2012 ISBN 9789490574406

Hoe games ons gelukkiger, slimmer en socialer maken.

Biografie


Rob de Vrind is bioloog en is afgestudeerd aan de Universiteit Nijmegen in 1982. Hij was 17 jaar docent biologie en gezondheidskunde en werd in 1997 duurzaamheidscoördinator van het Koning Willem I College te ’s-Hertogenbosch. Hij is mede oprichter van Duurzaam MBO Nederland en heeft Europese projecten opgezet als Curriculum Greening Europe, Integral care systems, Environmental Ethics, Cradle to cradle en Enersol (op het gebied van renewable energy). Hij heeft lezingen gegeven in Chaing Mai (Thailand), Kansas (USA) Calgary (Canada) en heeft een enorme website opgezet over duurzaamheid in het MBO. Hij is mede oprichter van de Bossche Milieugroep, het edutainmentcafé MINC-Den Bosch en van de Stichting de Groene Vesting. In 2007 won hij de Frank Houben Duurzaamheidsprijs van Brabant en in 2011 de Brabant Bokaal van het Prins Bernard Cultuurfonds.


Dia119Het groene brein

Flaptekst

Rob de Vrind werkt met jongeren in het MBO en staat met ze midden in de moderne wereld met grote kansen maar ook grote problemen. Hij denkt dat Sustainable Society 3.0 dé oplossing biedt.


Het breine superbrein

Film / video

 

http://tegenlicht.vpro.nl/afleveringen/2012-2013/power-to-the-people.html

 

Marga-Hoek150Zakendoen in een duurzame of circulaire economie gaat veel verder dan milieubewustzijn en recycling. We delen en hergebruiken materialen en maken producten door co-creatie. We werken samen in open netwerken en delen kennis. De huidige businessmodellen en de manier waarop we nu zakendoen, gaan volledig op z'n kop alsdus Marga Hoek, directeur van De Groene Zaak.

‘Snelle en open innovatie is een van de sleutels  tot zakendoen in de nieuwe economie.' ‘Grondstoffen en energie worden schaars, relaties en communicatie veranderen. Multinationals zullen moeten leren omgaan met verdere decentralisering. De huidige businessmodellen werken straks daardoor niet meer. Daarom moeten we nu al nadenken over nieuwe manieren van relaties onderhouden, zaken doen en de begrippen product, dienst en eigendom herzien. Het verband tussen het produceren, gebruiken en afdanken van een product moet duurzamer worden. Als leveranciers eigenaar blijven van de grondstoffen van hun product, zal de prikkel tot hergebruik veel groter zijn door de toenemende schaarste. Er zullen ook leveranciers zijn die energie bij hun producten gaan leveren. Dit heeft een grote impact op de verhoudingen tussen klanten en aanbieders en de positie van energiebedrijven. Niet alleen praktisch maar ook juridisch en financieringstechnisch.

Er zullen nieuwe energievormen en verdienmodellen ontstaan. Straks kopen we geen lamp maar leasen we een x-aantal lichturen. We kunnen alleen overleven door deze ontwikkelingen te omarmen en ze te versnellen zodat we aan het stuur blijven zitten. Vroeger doken we het laboratorium in en als de oplossing achter gesloten deuren was gevonden, dachten we alleen aan het veiligstellen van de eigen concurrentiepositie door patenten vast te leggen. Dan opereer je vanuit angst en strijd. Het open karakter van internet en nieuwe media en de transparantie in verhoudingen tussen consument en producent maken deze werkwijze volledig achterhaald. Het is niet toekomstproof. Door kennis te delen vinden we sneller de oplossing. Samenwerking in innovatie is absoluut noodzakelijk.'

Het groene brein

http://hetgroenebrein.nl/

In het groene brein zitten 45 wetenschappers uit Nederland die smen doen aan cocreativiteit en cocreatie. Ze gaan publicaties, projecten en onderzoeken doen die de verduurzaming van de economie versnellen

Het Groene Brein “een eerste stap op weg naar een nieuwe dynamiek in de ‘gouden driehoek’ bedrijfsleven, politiek/overheid en wetenschap

Het is voor het eerst dat de overweldigende hoeveelheid kennis en creativiteit die voorhanden is bij talloze instituten, leerstoelen, wetenschappelijke bureaus en incubators wordt gebundeld en rechtstreeks wordt gekoppeld aan (kennis)vragen van koplopende ondernemingen.

Maar hiermee ben je er nog niet. Je zou moeten kunnen samenwerken met enkele groene breinen op de wereld zodat ook ideeen en creativiteit kan komen uit andere culturen en van ontwikkelingen elders op de wereld.  

 



superdirect


Steeds meer willen mensen zaken niet eens echt hebben maar kunnen gebruiken wanneer nodig. Dan hoef je ook niet alles op te slaan en de producent blijft eigenaar van de grondstoffen.
B.v. hoge druk spuit, een boormachine -> www.peerby.com is een leensite of www.buynothingnew.nl of www.allesduurzaam.nl

Of een vakantiewoning www.airbnb.nl

Of een auto www.snappcar.nl Met www.toogethr.com. Een app om mee te kunnen rijden. In de USA www.rideamigos.com waar je en keuze wordt geboden tussen alle vervoersmogelijkheden (fiets, brommer, motor, auto)
Met je mobielte kan je een auto in de buurt lenen. Ook Lyft of Snapcar of apps voor taxi's als uber.
Of maaltijden www.thuisafgehaald.nl Ruilrestaurant
Of kennis www.konnektit.com (social skill sharing) of www.ikhelpje.nl

  

In 3.0. is het onderscheid tussen consumenten en producenten vervaagd. Je kan gaan spreken van prosumenten (Alvin Toffler 1-3-1980 in zijn boek de derde golf)
De eerste golf was de agrarische revolutie
De tweede golf de industriele revolutie
De derde golf de sociaal technologische revolutie.
Je ziet een mooi T-shirt je zet hem op internet en je vraagt wie hem voor je wilt leveren. Uit alle aanbod kies je de meest geschikte voor je.
Je ziet mooie schoenen, zet ze op internet etc.
Je huis moet geschilderd worden. Je zet het op internet etc

Je wilt in Thailand op vakantie je zet het op internet en wacht tot je aanbiedingen krijgt van mooie vakanties daar

Wat als doktersassistenten, secretaressen,  bouwkundigen etc vanuit je school contact hebben met studenten elders op de wereld om slimmigheden, innovaties, ideeen, producten uit te wisselen die je vervolgens kunt verbeteren, verdreden of vermarkten !

Verandering zullen gaan in een mix tussen stapsgewijs (incremental) naar transities (grote veranderingen) op tchnisch en social gebied. Als hier onder wordt weergegeven. Bron Arjen Walls WEEC2015.

stapsgewijs
onderwijs
learningecology
schooldevelopment