Open menu

Duurzame metaalbewerking


Duurzaamheid in de metaal sector (lassen, spuiten, gieten, verzinken). Zie ook www.circulairemetaalketen.nl

Bekijk het onderstaande prachtige filmpje van 3 minuten over circulaire economie en de metaalketen.


 

De grondstoffenprijzen stijgen, de beschikbaarheid wordt minder dus wil men voor 2020 een circulaire metaalsector opgezet hebben: dat is een economisch profijtelijk en industrieel systeem dat de herbruikbaarheid van producten en grondstoffen en het behoud van natuurlijke hulpbronnen als uitgangspunt neemt, waarde vernietiging in het systeem minimaliseert en waarde creatie in iedere schakel van het systeem nastreeft
Natuurlijke hulpbronnen zijn alle in de natuur aanwezige stoffen die van economische en maatschappelijke waarde zijn zoals mineralen, ertsen maar ook hout en water.

Hoe de metaalsector er uit ziet is hier onder te zien.




Wat betekent werken in de circulaire economie:
1. Maximaliseren van hoogwaardig hergebruik producten, componenten en materialen
2. Maximaliseren van hoogwaardige recycling zeldzame metalen
3. 100% recycling van metalen (staal, rvs, alluminium, lood, koper en zink) in Nederland
4. Het versnellen en verbinden van bestaande en nieuwe initiatieven en programma’s

Onder “maximaliseren” wordt in dit verband verstaan:
Ad 1: het streven naar volledig hoogwaardig hergebruik in termen van aantallen of hoeveelheden van producten, componenten en materialen.
Ad 2: het streven naar een volledige terugwinning van zeldzame metalen uit producten met recyclingtechnologieën, in termen van hoeveelheden.

Onder “hoogwaardig(e)” wordt in dit verband verstaan:
Ad 1: het streven naar gelijkwaardig of hoogwaardiger hergebruik in termen van waarde creatie en milieudruk.
Ad 2: het streven naar volledige terugwinning van zeldzame metalen, in termen van soorten.

Kenmerken van de ‘circulair vakman’ zijn

• Hij draagt in waarden en normen (cultuur) en door zijn houding de circulaire principes actief uit.
• In zijn leef- en werkstijl, inclusief waarden, komt circulariteit terug.
• Hij is een brede denker (economisch denken en gebruik van zo min mogelijk verschillende materialen).
• Hij denkt en werkt bij design/ontwerp al volgens circulaire principes (o.a. people, planet & profit).
• Hij denkt na over realistische verdienmodellen voor circulaire werken voor klanten.
• Hij heeft gedegen ketenkennis (van toeleveranciers tot afnemers tot hergebruikers) om echt circulair te kunnen denken en handelen.
• Hij heeft brede en actuele kennis van eigenschappen van materialen om volgens circulaire principes te werken.
• Hij vervult een ambassadeursrol.


De student heeft

• Kennis van materialen.
• Kennis van technieken, verbindingen en ontwerp.
• Technische kennis en vaardigheid op eigen specifiek vakgebied (al ervaring in het vak hebben).
• Het vermogen verbeteringen in een / de  keten te bedenken, aan te geven en mogelijk te implementeren.
• Enige kennis en inzicht in economische principes en businessmodellen.
• Een juiste attitude jegens circulair werken.

Attitude

Een deskundige open houding waaruit blijkt dat iemand intrinsiek gemotiveerd is om de principes van circulair werken in zijn werk toe te passen, deze principes ook actief uit te dragen richting anderen én deze principes verder ontwikkeld.

Deelonderwerpen:
• Helpt/ondersteunt anderen bij het circulair werken en denken.
• Weet voorbeelden vanuit onderzoeken en andere bedrijven rondom circulariteit te vinden, benutten en verspreiden.
• Enthousiast, gedreven, ondernemend, initiatiefrijk en innovatief (inspirator) richting anderen voor circulair werken en denken.
• Is in staat om constructief te handelen bij weerstanden richting circulair werken en denken bij anderen.
• Weet het maatschappelijk belang te combineren met het economisch belang.
• Heeft een lerende houding om zo up-to-date te blijven wat betreft ontwikkelingen rond circulair denken en werken.

Hoe kan het gemeten worden?
• Attitude kun je niet separaat toetsen. Het zal geïntegreerd aan de orde moeten komen in bijvoorbeeld een proeve van bekwaamheid, casus of assessment.
• Circulaire Attitude concreet beschrijven (bijvoorbeeld koppelen aan daadwerkelijk hoeveelheid afval/hergebruik) en terug laten komen in KPI’s en bespreken tijdens functioneringsgesprek.

Onder kennis van materialen wordt verstaan
• Kennis en vaardigheid in het ‘circulair ontwerpen’.
• Kennis van eigenschappen en functionaliteit van materialen en de wijze waarop ze hergebruikt kunnen worden.
• Kennis en vaardigheid in het toepassen van ‘circulaire’ verbindings- en demontagetechnieken.
• Vooraf (maar ook achteraf) al nadenken over nieuwe toepassingen/mogelijkheden van een ontwerp/product en andere economische modellen daarbij (leasing in plaats van verkopen).
• Vooraf nadenken over hoe energiegebruik bij hergebruik zo laag mogelijk gehouden kan worden (inclusief etransport & mobiliteit).

Workshop mogelijkheid
1. Wat is het kernproduct van uw bedrijf ?
2. Wat gebeurt er allemaal met uw product nadat u het verkocht hebt ?
3. Welke partijen verdienen er geld aan uw product gedurende de cyclus ?
4. Heeft u wel eens overwogen zelf die rollen te vervullen ?
5. Hoe eindigt de levenscyclus van uw product ?
6. Waar blijft het en heeft het nog restwaarde ?

Ontdek de circulaire kansen
Maak circulaire business en en designconcepten
Ontwikkel concrete plannen
Haalbaarheidscheck & Roadmap

Voorbeelden van bedrijven uit de metaalsector die circulair gaan.

Tips



Hoe kan dit gemeten worden ?

Een bedrijf kan dit meten door de checklist van de Ellen MacArthur Foundation te gebruiken
http://www.ellenmacarthurfoundation.org/programmes/insight/circularity-indicators . Dit is een methode om de circulariteit van producten in beeld te brengen.
• Casustoets of werkstuk waarin ontwerp met materiaalkeuze volgens circulaire principes beschreven staat.

Je kan onderscheiden

de winning van grondstoffen - de verwerking tot verwerkbare grondstof - de productie - de gebruikersfase - de afwerkingsfase - de verzekeringsfase


Je krijgt een andere houding ten aanzien van bezit -> leensystemen en grondstoffen paspoort, inzicht in milieueffecten eenduidige bepalingsmethoden
Je zou de BTW kunnen verlagen op circulaire diensten
en geld dat nodig is voor de transitie 
en dus ook collectieve verzekering en garantiesystemen.

Design for re-use
Design for remanufacturing
Design for Product Attachment and Trust: Creating products that will be loved, liked or trusted longer
Design for Product Durability: Developing products that can take wear and tear without breaking down
Design for Standardization & Compatibility: Creating products with parts or interfaces that fit other products as well
Design for Ease of maintenance and Repair: Enabling products to be maintained in tip-top condition
Design for Upgradability & Adaptability: Allowing for future expansion and modification
Design for Dis- and Reassembly: Ensuring products and parts can be separated and reassembled easily

Het voorkomen van verliezen in de de keten (onderzoeken van de impact van verliezen e.d.)
Design for recycling zicht op beschikbare technologien
Verhogen van de terugwinning
Inzicht in materiaalstromen na recycling
Opzetten van eco industrial parks
Mogelijkheden voor subsititutie van grondstoffen
Op dit moment is er onvoldoende zicht op de materiaalstromen en technologie in de keten.

De sector heeft
-          18.000 bedrijven
-          96 % is midden en kleinbedrijf
-          meer dan 40.000 banen
-          groot effect op het milieu

Het hanteren van een duurzame strategie lijdt tot
-          betere concurrentiepositie
-          sociale verbeteringen
-          milieu verbeteringen
-          transpiratie en communicatie

De bedrijven hebben vaker economische problemen want
-          er bestaan veel kleine bedrijfjes met lage winsten
-          hoge personele kosten
-          sterk concurrerende markt (internationale competitie b.v. met de lage lonen landen)
-          belangrijke opdrachtgevers starten de eigen productie in lage lonen landen
-          men kijkt vnl van dag tot dag zonder een lange termijnvisie te hebben

De sector is verantwoordelijk voor milieuproblemen want
-          de productieprocessen hebben een grote milieu impact  
-          er zijn relatief hoge milieukosten
-          complexe milieuwetgeving inclusief de Europese wetgeving (verandert vaak en heeft weinig structuur) maakt het lastig
-          vaak is er geen structureel milieu management

De sector heeft ook sociale problemen want
-          men gebruikt  vaak gevaarlijke producten en processen
-          het werk is fysiek zwaar
-          vaak zijn er maar beperkte of afwezige sociale- en veiligheidstrainingen
-          vaak is er een hoog ziekteverzuim

Het schort ook aan de communicatie
-          Er bestaat beperkte communicatie over waar men dagelijks mee bezig is of over de organisatiestructuur
-          Ook beperkte communicatie tussen de functionele units

Hoe hier uit te komen
-          analyseer alle aspecten van de duurzaamheid strategie
-          analyseer alle functionele lagen van het bedrijf (klanten/leveranciers/banken)
-          bekijk sterkten en zwakten vanuit verschillende invalshoeken
-          vindt democratische oplossingen Verbeter waar draagkracht voor is.

Men gaat nu onderzoek doen naar:
Welke concepten (logistiek, opslag, sortering, bewerking etc.) moeten ontwikkeld / anders ingezet worden om grootschalig hergebruik van materialen, producten en componenten mogelijk te maken, inclusief de financiële haalbaarheid? 

Ontwikkel / selecteer toepassingsgericht model voor ECO-design waarbij de circulaire feedbackloops geïntegreerd worden.

Onderzoek 3: Ontwikkel concrete business modellen voor het MKB, inclusief de economische (cashflow en financiële positie) en juridische gevolgen per schakel in de keten. Het toetsen van de klantacceptatie van deze modellen is hier een onderdeel van.

Project 1: Hoe kan de kennis vanuit de traditionele “end-of life” ketenpartners gebruikt worden voor circulaire ontwerpen?
Project 2: Ontwikkel een concrete businesscase voor een circulair product en zet deze in de markt

Je hebt een onderhouds, hergebruk en remanufacturing cirkel
M.b.t. de onderhoudscirkel zou je BTW kunnen verlagen op circulaire producten, andere verhouding van bezit kunnen creeeren ect

Men kan via een vragenlijst, een milieu- en veiligheidsaudit en analyse van de betrokkenen, sterkte zwakte analyses en workshops bedrijven duurzamer maken.

Je kan via vragen meer te weten komen over de
de economie
-    de economische situatie
-
    innovatieve en technische oplossingen
-
    de organisatie en strategie het milieu
-
    milieu management
-
    milieubescherming en -producten
-
    milieu gerichte productontwikkeling

(audit op vergunningen, de milieu- veiligheids- en gezondheidsaspecten in de praktijk en een analyse van de verbeteringen)

sociale aspecten
-          opleiding en training
-          gezondheid en veiligheid
-          employability en organisatie

de communicatie
-          informatie
-          motivatie en coeratie
-          participatie en democratie

Het geeft inzicht in de
-          organisatie en ondernemersstrategie
-          economische situatie
-          innovatie en techniek
-          organisatie van de milieuzorg
-          milieubescherming en productieniveau
-          Milieugerichte productontwikkeling
-          Opleidingen en cursussen
-          Gezondheid en arbeidsomstandigheden
-          Werkgelegenheid en arbeidsorganisatie
-          Informatie
-          Motivatie en samenwerking
-          Participatie en democratie

Bij een audit van de milieu-aspecten komt naar boven

- Het energieverbruik
- CFKs
- Klimaatverandering
- Emissie van o.a. S02 en NOx
- Emissies naar de lucht van VOS
- Verzuring
- Emissies naar de lucht
- Emissies naar het water
- Afval
- Bodem
- Verwijdering
- Externe veiligheid
- Geluid
- Verstoring
- Milieuzorg

De Stichting Adviescentrum Metaal kan dit voor bedrijven in de metaalsector uitwerken.

Op de werkvloer gaat het om zorgvuldig en spaarzaam grondstoffen- en energiegebruik en het voorkomen van verspilling. Het ervan bewust zijn dat hierdoor niet alleen  op kosten worden bespaard, maar ook milieudrukvermindering wordt bereikt is een aspect dat gestimuleerd kan worden binnen het opleidingstraject van MBO.

Arbo en milieu in de metaalsector
http://www.metaaladvies.nl

 

Meer info over energiebesparende maatregelen in de metaalbewerkende bedrijven zie hier en klik op metaalbewerkende bedrijven.
Klik dan checklist voor een checklist op energiegebied en metaalbewerkende bedrijven.

 


Richtingen in de metaalsector
• Constructiewerker
• Basislasser
• Plaatwerker
• Allround lasser
• Allround constructiewerker
• Allround plaatwerker


VanderLande te Veghel en duurzaamheid

is wereldmarktleider van geautomatiseerde verwerkingssystemen voor bagage, distributie en pakketten. Ze hebben ongeveer drieduizend
werknemers in dienst en een omzet van bij na een miljard euro. Op het gebied van duurzaam ondernemen hebben ze zich als doel gesteld om minimaal 90 procent van al het afval te
recyclen, minimaal 25 procent meer afvalstroom van restafval te recyclen en 15 procent meer energie te besparen door het verder verduurzamen van gebouwen en de energiehuishouding.
Zulke maatregelen zouden een besparing van ongeveer € 300.000 per jaar op de afval- en energierekening in Veghel kunnen leveren (met een terugverdientij d van acht jaar na investering). Het is hun al gelukt om een cradle-to-cradle conveyor belt (Blueveyor) te ontwikkelen. Deze is gemaakt van niet-giftige en recyclebare materialen en onderdelen die makkelij k zij n te demonteren en te hergebruiken.

De wetgeving


Afdeling 4.5. Activiteiten met betrekking tot metaal

4.5.1. Spaanloze, verspanende en thermische bewerking en mechanische eindafwerking van metalen

Artikel 4.32

1.  
Het is verboden om in de buitenlucht spaanloze, verspanende en thermische bewerkingen en mechanische eindafwerking van metalen uit te voeren.

2.   Het eerste lid is niet van toepassing indien het niet mogelijk is om in het inpandig deel van de inrichting spaanloze, verspanende en thermische bewerking en mechanische eindafwerking van metalen uit te voeren vanwege de omvang van het te bewerken object.

3.   Bij het uitvoeren van fijnverspanende bewerkingen aan metalen in de buitenlucht wordt ten behoeve van het voorkomen van stofhinder voldaan aan bij ministerie regeling te stellen eisen.

Artikel 4.33

1.  
Onverminderd de artikelen 2.5 en 2.6 is bij smeden, droogverspanende bewerkingen, thermische bewerkingen en bij mechanische eindafwerking van metalen, de emissieconcentratie van totaal stof niet meer dan:

a.   5 milligram per normaal kubieke meter, indien de massastroom van totaal stof naar de lucht gelijk is aan of groter is dan 200 gram per uur; en

b.   50 milligram per normaal kubieke meter indien de massastroom kleiner is dan 200 gram per uur.

2.   Het eerste lid is niet van toepassing indien de werkzaamheden op grond van de artikelen 4.32, tweede lid, of 4.86 in de buitenlucht worden verricht.

Artikel 4.34

1.  
Onverminderd de artikelen 2.5 en 2.6 is bij droogverspanende bewerkingen, thermische bewerkingen en bij mechanische eindafwerking van roestvast staal, de emissieconcentratie van chroom VI-verbindingen, berekend als chroom, niet meer dan 0,1 milligram per normaal kubieke meter, indien de massastroom van chroom VI-verbindingen naar de lucht, berekend als chroom, meer bedraagt dan 0,5 gram per uur.


2.  
Het eerste lid is niet van toepassing indien de werkzaamheden op grond van de artikelen 4.32, tweede lid, of 4.86 in de buitenlucht worden verricht.

Artikel 4.35

1.  
Onverminderd de artikelen 2.5 en 2.6 is bij het snijden van koper:
a.   de emissieconcentratie van koperverbindingen berekend als koper, niet meer dan 5 milligram per normaal kubieke meter indien de massastroom van koperverbindingen naar de lucht berekend als koper, meer bedraagt dan 10 gram per uur;

b.   de emissieconcentratie van koperrook berekend als koper, niet meer dan 0,5 milligram per normaal kubieke meter indien de massastroom van koperrook naar de lucht berekend als koper, meer bedraagt dan 2,5 gram per uur.

2.   Het eerste lid is niet van toepassing indien de werkzaamheden op grond van artikel 4.32, tweede lid, in de buitenlucht worden verricht.

Artikel 4.36

Bij verspanende bewerkingen waar metaalbewerkingsvloeistoffen worden verneveld of verdampt worden maatregelen getroffen om zichtbare verspreiding van druppels en nevels die vrijkomen bij verspanende bewerkingen waarbij bewerkingsvloeistoffen worden gebruikt, in de buitenlucht te voorkomen.

Artikel 4.37

Bij het smeden, droogverspanende bewerkingen, thermische bewerking en mechanische eindafwerking van metalen worden ten behoeve van het voorkomen dan wel beperken van diffuse emissies en het doelmatig verspreiden van emissies naar de buitenlucht de bij ministerie regeling te bepalen maatregelen toegepast.

Artikel 4.38

Bij spaanloze, verspanende en thermische bewerkingen en mechanische eindafwerkingen van metalen wordt ten behoeve van het realiseren van een verwaarloosbaar bodemrisico, voldaan aan de bij ministerie regeling te stellen eisen.

4.5.2. Lassen van metalen

Artikel 4.39

1.  
Het is verboden om in de buitenlucht laswerkzaamheden te verrichten.
2.   Het eerste lid is niet van toepassing indien het niet mogelijk is om in het inpandig deel van de inrichting te lassen vanwege de omvang van het te lassen object.


Artikel 4.40

1.  
Onverminderd de artikelen 2.5 en 2.6 is bij laswerkzaamheden behorend tot de klassen III tot en met VII als genoemd in de Praktijkrichtlijn Lasrook, beschrijving doeltreffende maatregelen bij blootstelling aan rook en/of gassen en/of aanverwante processen, de emissieconcentratie van totaal stof niet meer dan:

a.   5 milligram per normaal kubieke meter, indien de massastroom van totaal stof naar de lucht gelijk is aan of groter is dan 200 gram per uur; en

b.   50 milligram per normaal kubieke meter indien de massastroom kleiner is dan 200 gram per uur.

2.   Het eerste lid is niet van toepassing indien de laswerkzaamheden op grond van de artikelen 4.39, tweede lid, of 4.86 in de buitenlucht worden verricht.

Artikel 4.41

1.  
Onverminderd de artikelen 2.5 en 2.6 is bij het lassen van roestvast staal of Berylliumlegeringen de emissieconcentratie van:

a.   chroom VI-verbindingen, berekend als chroom, niet meer dan 0,1 milligram per normaal kubieke meter, indien de massastroom van chroom VI-verbindingen naar de lucht, berekend als chroom, meer bedraagt dan 0,5 gram per uur; en

b.   berylliumverbindingen, berekend als beryllium, niet meer dan 0,05 milligram per normaal kubieke meter indien de massastroom van berylliumverbindingen naar de lucht, berekend als Beryllium, meer bedraagt dan 0,15 gram per uur.

2.   Het eerste lid is niet van toepassing indien de laswerkzaamheden op grond van de artikelen 4.39, tweede lid, of 4.86 in de buitenlucht worden verricht.

Artikel 4.42


1.  
Onverminderd de artikelen 2.5 en 2.6 is bij het lassen van materialen die geverfd zijn met loodmenie de emissieconcentratie van loodverbindingen, berekend als lood, niet hoger dan 0,5 milligram per normaal kubieke meter, indien de massastroom van loodverbindingen naar de lucht, berekend als lood, meer bedraagt dan 2,5 gram per uur.


2.  
Het eerste lid is niet van toepassing indien de laswerkzaamheden op grond van de artikelen 4.39, tweede lid, of 4.86 in de buitenlucht worden verricht.

Artikel 4.43

Bij het lassen van metalen worden ten behoeve van het voorkomen dan wel beperken van diffuse emissies en het doelmatig verspreiden van emissies naar de buitenlucht de bij ministerie regeling te bepalen maatregelen toegepast.

4.5.3. Solderen van metalen

Artikel 4.44

1.  
Onverminderd de artikelen 2.5 en 2.6 is bij solderen de emissieconcentratie van totaal stof niet meer dan:

a.   5 milligram per normaal kubieke meter, indien de massastroom van totaal stof naar de lucht gelijk is aan of groter is dan 200 gram per uur; en

b.   niet meer dan 50 milligram per normaal kubieke meter indien de massastroom kleiner is dan 200 gram per uur.

2.   Het eerste lid is niet van toepassing op zachtsolderen indien het jaarverbruik van soldeermiddel minder bedraagt dan 250 ton.

Artikel 4.45

Onverminderd de artikelen 2.5 en 2.6 is bij hardsolderen met cadmiumhoudend soldeermiddel de emissieconcentratie van cadmium en cadmiumverbindingen, niet meer dan 0,05 milligram per normaal kubieke meter indien de massastroom van cadmium en cadmiumverbindingen naar de lucht meer bedraagt dan 10 gram per uur.

Artikel 4.46

Onverminderd de artikelen 2.5 en 2.6 is bij solderen met vloeimiddelen die leiden tot gasvormige emissies naar de lucht de emissieconcentratie van de stoffen behorend tot de stofklassen gA.1, gA.2, gA.3, gA.4, gA.5, gO.1, gO.2 en gO.3, naar de lucht niet meer dan de voor die betreffende stofklasse genoemde emissieconcentratie-eis in artikel 2.5 indien de massastroom gelijk of groter is dan de in artikel 2.5 voor de betreffende stofklasse genoemde grensmassastroom

Artikel 4.47

1.  
Op verzoek van het bevoegd gezag overlegt degene die de inrichting drijft waar metalen worden gesoldeerd informatie ten aanzien van:

a.   de samenstelling en het jaarverbruik van de verschillende vloeimiddelen en soldeermaterialen, gesorteerd naar de verschillende procesvormen;

b.   een overzicht van de aard en omvang van de gasvormige emissies naar de lucht die bij het solderen vrijkomen.

2.   Het eerste lid, onderdeel b, is niet van toepassing indien het jaarverbruik van vloeimiddelen niet meer bedraagt dan 100 kilogram.

Artikel 4.48

Bij het solderen van metalen worden ten behoeve van het voorkomen dan wel beperken van diffuse emissies en het doelmatig verspreiden van emissies naar de buitenlucht, de bij ministerie regeling te bepalen maatregelen toegepast

4.5.4. Stralen van metalen

Artikel 4.49

1.  
Het is verboden om in de buitenlucht straalwerkzaamheden te verrichten.

2.   Het eerste lid is niet van toepassing indien het niet mogelijk is om in het inpandige deel van de inrichting te stralen vanwege de omvang van het te stralen object.

3.   Bij het stralen in de buitenlucht wordt ten behoeve van het voorkomen van stofhinder voldaan aan bij ministerie regeling te stellen eisen.

Artikel 4.50

1.   Onverminderd de artikelen 2.5 tot en met 2.6 is bij straalwerkzaamheden de emissieconcentratie van:

a.   totaal stof niet meer dan 5 milligram per normaal kubieke meter, indien de massastroom van totaal stof naar de lucht gelijk is aan of groter is dan 200 gram per uur, en niet meer dan 50 milligram per normaal kubieke meter indien de massastroom kleiner is dan 200 gram per uur;

b.   MVP1 stoffen niet meer dan 0,05 milligram per normaal kubieke meter, indien de massastroom van de MVP1 stoffen naar de lucht groter is dan 0,15 gram per uur;

c.   sA.1 stoffen niet meer dan 0,05 milligram per normaal kubieke meter, indien de massastroom van de sA.1 stoffen naar de lucht groter is dan 0,25 gram per uur;

d.   sA.2 stoffen niet meer dan 0,5 milligram per normaal kubieke meter, indien de massastroom van de sA.2 stoffen naar de lucht groter is dan 2,5 gram per uur;

e.   sA.3 stoffen niet meer dan 5,0 milligram per normaal kubieke meter, indien de massastroom van de sA.3 stoffen naar de lucht groter is dan 10 gram per uur;

f.   sO stoffen niet meer dan 5,0 milligram per normaal kubieke meter, indien de massastroom van de sO stoffen naar de lucht gelijk is aan of groter is dan 100 gram per uur, en niet meer dan 50 milligram per normaal kubieke meter indien de massastroom kleiner is dan 100 gram per uur.


2.  
Het eerste lid is niet van toepassing indien de straalwerkzaamheden op grond van artikel 4.49, tweede lid, in de buitenlucht worden verricht.


3.  
Bij het stralen van metalen worden ten behoeve van het voorkomen dan wel beperken van diffuse emissies en het doelmatig verspreiden van emissies naar de buitenlucht, de bij ministerie regeling te bepalen maatregelen toegepast.


Artikel 4.51


Bij het stralen van metalen wordt ten behoeve van het realiseren van een verwaarloosbaar bodemrisico, voldaan aan de bij ministerie regeling te stellen eisen.

 

4.5.5. Reinigen, lijmen en coaten van metalen


Artikel 4.52


In deze paragraaf wordt onder het reinigen van metalen niet verstaan het wassen van motorvoertuigen of carrosserie-onderdelen daarvan als bedoeld in artikel 3.23a en het afspuiten van pleziervaartuigen als bedoeld in paragraaf 4.6.6.


Artikel 4.53


1.  
Het is verboden om in de buitenlucht metalen met behulp van een nevelspuit te coaten of te lijmen dan wel met behulp van een nevelspuit te reinigen met vluchtige organische stoffen houdende producten.

2.   Het eerste lid is niet van toepassing indien het niet mogelijk is om deze activiteiten in het inpandige deel van de inrichting te verrichten vanwege de omvang van het te bewerken object.


Artikel 4.54


1.  
Onverminderd de artikelen 2.5 tot en met 2.6 is bij het aanbrengen van coating of lijmlagen de emissieconcentratie van totaal stof niet meer dan:

a.   5 milligram per normaal kubieke meter, indien de massastroom van totaal stof naar de lucht gelijk is aan of groter is dan 200 gram per uur; en

b.   50 milligram per normaal kubieke meter indien de massastroom kleiner is dan 200 gram per uur.


2.  
Het eerste lid is niet van toepassing indien het coaten op grond van artikel 4.53, tweede lid, in de buitenlucht plaatsvindt.


Artikel 4.55

 

1.   Degene die de inrichting drijft neemt bij het reinigen, coaten of lijmen van metalen voorwerpen met betrekking tot vluchtige organische stoffen de bij ministerie regeling gestelde emissiereducerende maatregelen tenzij deze niet kosteneffectief of technisch uitvoerbaar zijn.


2.  
Het eerste lid is niet van toepassing indien het totaal verbruik van vluchtige organische stoffen bij de in het eerste lid genoemde activiteiten minder bedraagt dan 1.000 kilogram per jaar, zoals dat blijkt uit de oplosmiddelenboekhouding als bedoeld in het derde lid.


3.  
Degene die een inrichting drijft als bedoeld in het eerste lid, voert een oplosmiddelenboekhouding waarin het verbruik van vluchtige organische stoffen per kilogram per jaar wordt geregistreerd.


4
.   Het eerste en derde lid is niet toepassing op het verbruik van vluchtige organische stoffen waarvan het in de handel brengen is gereguleerd door het Besluit organische oplosmiddelen in verven en vernissen milieubeheer.


5.  
De oplosmiddelenboekhouding, bedoeld in het derde lid, wordt ten minste drie jaar in de inrichting bewaard en ter inzage gehouden.


6.  
Indien de drempelwaarden, genoemd in bijlage IIa van het Oplosmiddelenbesluit omzetting EG-VOS-richtlijn milieubeheer worden overschreden, zijn het eerste tot en met vijfde lid niet van toepassing en is dat besluit van overeenkomstige toepassing.


Artikel 4.56


Bij het reinigen, coaten en lijmen van metalen worden ten behoeve van:

a.   het voorkomen dan wel beperken van diffuse emissies;

b.   het voorkomen dan wel beperken van stofhinder;

c.   het doelmatig verspreiden van emissies naar de buitenlucht;

d.   het voorkomen dan wel beperken van geurhinder;

e.   het realiseren van een verwaarloosbaar bodemrisico,


de bij ministerie regeling te bepalen maatregelen toegepast.


4.5.6. Aanbrengen anorganische deklagen op metalen


Artikel 4.57

1.   Het is verboden om in de buitenlucht anorganische deklagen op metalen aan te brengen.

2.   Het eerste lid is niet van toepassing op schooperen indien het niet mogelijk is om deze werkzaamheden in het inpandige deel van de inrichting uit te voeren vanwege de omvang van het te bewerken object.


Artikel 4.58


Onverminderd de artikelen 2.5 en 2.6 is bij het aanbrengen van anorganische deklagen op metalen de emissieconcentratie van:


a.   totaal stof niet meer dan 5 milligram per normaal kubieke meter, indien de massastroom van totaal stof naar de lucht gelijk is aan of groter is dan 200 gram per uur, en niet meer dan 50 milligram per normaal kubieke meter indien de massastroom van totaal stof naar de lucht kleiner is dan 200 gram per uur;

b.   MVP1 stoffen niet meer dan 0,05 milligram per normaal kubieke meter, indien de massastroom van de MVP1 stoffen naar de lucht groter is dan 0,15 gram per uur;

c.   sA.1 stoffen niet meer dan 0,05 milligram per normaal kubieke meter, indien de massastroom van de sA.1 stoffen naar de lucht groter is dan 0,25 gram per uur;

d.   sA.2 stoffen niet meer dan 0,5 milligram per normaal kubieke meter, indien de massastroom van de sA.2 stoffen naar de lucht groter is dan 2,5 gram per uur;

e.   sA.3 stoffen niet meer dan 5,0 milligram per normaal kubieke meter, indien de massastroom van de sA.3 stoffen naar de lucht groter is dan 10 gram per uur;

f.   sO stoffen niet meer dan 5,0 milligram per normaal kubieke meter, indien de massastroom van de sO stoffen naar de lucht gelijk is of groter is dan 100 gram per uur, en niet meer dan 50 milligram per normaal kubieke meter indien de massastroom kleiner is dan 100 gram per uur.

Artikel 4.59


Bij het aanbrengen van anorganische deklagen van metaal worden ten behoeve van:

a.   het voorkomen dan wel beperken van diffuse emissies;

b.   het voorkomen dan wel beperken van stofhinder;

c.   het doelmatig verspreiden van emissies naar de buitenlucht;

d.   het voorkomen dan wel beperken van geurhinder;

e.   het realiseren van een verwaarloosbaar bodemrisico,

de bij ministerie regeling te bepalen maatregelen toegepast.


4.5.7. Beitsen en etsen van metalen


Artikel 4.60


1.  
Onverminderd de artikelen 2.5 en 2.6 is bij het beitsen en etsen van metalen en metalen voorwerpen de emissieconcentratie van:

a.   waterstoffluoride niet meer dan 3 milligram per normaal kubieke meter indien de massastroom van waterstoffluoride naar de lucht groter is dan 15 gram per uur;

b.   zoutzuur niet meer dan 10 milligram per normaal kubieke meter indien de massastroom van zoutzuur naar de lucht groter is dan 150 gram per uur, tenzij de concentratie aan zoutzuur in de ongereinigde massastroom kleiner is dan 1 gram per normaal kubieke meter in welk geval de emissieconcentratie van zoutzuur niet meer is dan 30 milligram per normaal kubieke meter;

c.   salpeterzuur niet meer dan 30 milligram per normaal kubieke meter indien de massastroom van salpeterzuur groter is dan 150 gram per uur;

d.   zwavelzuur niet meer dan 3 milligram per normaal kubieke meter indien de massastroom van zwavelzuur groter is dan 15 gram per uur;

e.   azijnzuur niet meer dan 50 milligram per normaal kubieke meter indien de massastroom van azijnzuur groter is dan 500 gram per uur.


2.  
Bij het beitsen en etsen van metalen worden ten behoeve van het voorkomen dan wel beperken van diffuse emissies en het doelmatig verspreiden van emissies naar de buitenlucht, de bij ministerie regeling te bepalen maatregelen toegepast.


Artikel 4.61


Bij het beitsen en etsen van metalen wordt ten behoeve van het realiseren van een verwaarloosbaar bodemrisico, voldaan aan de bij ministerie regeling te stellen eisen.


4.5.8. Elektrolytisch en stroomloos aanbrengen van metaallagen op metalen


Artikel 4.62


1.  
Onverminderd de artikelen 2.5 en 2.6 is bij het elektrolytisch en stroomloos aanbrengen van chroom en cadmiumlagen de emissieconcentratie van:

a.   chroom VI-verbindingen, berekend als chroom, niet meer dan 0,1 milligram per normaal kubieke meter indien de massastroom van chroom VI-verbindingen naar de lucht, berekend als chroom, groter is dan 0,5 gram per uur;

b.   cadmium en cadmiumverbindingen niet meer dan 0,05 milligram per normaal kubieke meter indien de massastroom van cadmium en cadmiumverbindingen groter is dan 0,25 gram per uur.

2.   Bij het elektrolytisch en stroomloos aanbrengen van metaallagen op metalen worden ten behoeve van het voorkomen dan wel beperken van diffuse emissies en het doelmatig verspreiden van emissies naar de buitenlucht de bij ministerie regeling te bepalen maatregelen toegepast.


Artikel 4.63


Bij het elektrolytisch en stroomloos aanbrengen van metaallagen wordt ten behoeve van het realiseren van een verwaarloosbaar bodemrisico, voldaan aan de bij ministerie regeling te stellen eisen.


4.5.9. Drogen van metalen


Artikel 4.64


1.  
Bij het drogen van metalen is het gebruik van oplosmiddelen niet toegestaan.


2.  
Indien degene die de inrichting drijft aantoont dat het niet mogelijk is om anders te drogen dan met behulp van oplosmiddelen kan het bevoegd gezag bij maatwerkvoorschrift het eerste lid niet van toepassing verklaren en het gebruik van oplosmiddelen bij het drogen van metalen onder voorwaarden toestaan. Deze voorwaarden beogen de nadelige gevolgen van het drogen met behulp van oplosmiddelen te voorkomen of indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk te beperken voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat in de inrichting ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende beste beschikbare technieken worden toegepast.


4.5.10. Aanbrengen van conversielagen op metalen


Artikel 4.65


1.  
Onverminderd de artikelen 2.5 tot en met 2.6 is bij het chroomzuuranodiseren en het zwavelzuuranodiseren de emissieconcentratie van:

a.   chroom VI-verbindingen berekend als chroom, niet meer dan 0,1 milligram per normaal kubieke meter indien de massastroom van chroom VI-verbindingen naar de lucht berekend als chroom, groter is dan 0,5 gram per uur;

b.   zwavelzuur niet meer dan 3 milligram per normaal kubieke meter indien de massastroom van zwavelzuur naar de lucht groter is dan 15 gram per uur.


2.  
Bij het aanbrengen van conversielagen op metalen worden ten behoeve van het voorkomen dan wel beperken van diffuse emissies en het doelmatig verspreiden van emissies naar de buitenlucht, de bij ministerie regeling te bepalen maatregelen toegepast.


Artikel 4.66


Het gebruik van perfluoroctaansulfonaten bij anodiseren is verboden.


Artikel 4.67


Bij het aanbrengen van conversielagen op metalen wordt ten behoeve van het realiseren van een verwaarloosbaar bodemrisico, voldaan aan de bij ministerie regeling te stellen eisen.


4.5.11. Thermisch aanbrengen van metaallagen op metalen


Artikel 4.68


1.  
Onverminderd de artikelen 2.5 tot en met 2.6 is bij het thermisch aanbrengen van metaallagen op metalen:


a.   de emissieconcentratie van totaal stof niet meer dan 5 milligram per normaal kubieke meter, indien de massastroom van totaal stof naar de lucht gelijk is aan of groter is dan 200 gram per uur, en niet meer dan 50 milligram per normaal kubieke meter indien de massastroom naar de lucht kleiner is dan 200 gram per uur;

b.   de emissieconcentratie van zinkchloride niet meer dan 5,0 milligram per normaal kubieke meter, indien de massastroom van zinkchloride naar de lucht groter is dan 10 gram per uur;

c.   de emissieconcentratie van chloorverbindingen, niet zijnde zinkchloride, niet meer dan 30 milligram per normaal kubieke meter, indien de massastroom van chloorverbindingen naar de lucht groter is dan 150 gram per uur.

2.   Bij het thermisch aanbrengen van metaallagen op metalen worden ten behoeve van het voorkomen dan wel beperken van diffuse emissies en het doelmatig verspreiden van emissies naar de buitenlucht, de bij ministerie regeling te bepalen maatregelen toegepast.


Artikel 4.69


Bij het thermisch aanbrengen van metaallagen op metalen wordt ten behoeve van het realiseren van een verwaarloosbaar bodemrisico, voldaan aan de bij ministerie regeling te stellen eisen.


4.5.12. Lozen van afvalwater afkomstig van activiteiten in 4.5.1 tot en met 4.5.11


Artikel 4.70


Bij het in het vuilwaterriool lozen van afvalwater afkomstig van de activiteiten genoemd in de paragrafen 4.5.1 tot en met 4.5.11 wordt ten minste voldaan aan de artikelen 4.71 tot en met 4.74.


Artikel 4.71


1.  
Het afvalwater bevat in enig steekmonster niet meer dan 20 milligram olie per liter.

2.   In afwijking van het eerste lid bedraagt het gehalte aan olie ten hoogste 200 milligram per liter in enig steekmonster indien het afvalwater wordt geleid door een olie-afscheider die voldoet aan en wordt gebruikt conform NEN-EN 858-1 en 2.

3.   Het te lozen afvalwater, bedoeld in het eerste en het tweede lid, kan op een doelmatige wijze worden bemonsterd.


Artikel 4.72


1.  
Het lozen van metalen en hulpstoffen wordt beperkt door toepassing van beste beschikbare technieken.

2.   Het gebruik van kwik is verboden.

3.   Ter beperking van het lozen van metalen en hulpstoffen wordt ten minste voldaan aan de bij ministerie regeling te stellen eisen daaromtrent.


Artikel 4.73


1.  
Onverminderd artikel 4.72 worden bij het lozen van afvalwater dat vrijkomt bij een of meer processen als bedoeld in de paragrafen 4.5.7, 4.5.8, 4.5.10 en 4.5.11, de emissiegrenswaarden genoemd in kolom A van tabel 4.73 niet overschreden.


Tabel 4.73

emissiegrenswaarde in milligram per liter

Kolom A

Kolom B

0,5

1,0

0,1

0,1

0,5

2,0

0,5

2,0

0,5

2,0

0,1

1,0

2,0

3,0

0,5

2,0

0,2

1,0

 De in tabel 4.73 genoemde waarden gelden voor representatieve etmaalmonsters. Voor steekmonsters gelden een factor drie hogere waarden.

2.   Bij het lozen in het vuilwaterriool van afvalwater dat vrijkomt bij een of meer processen als bedoeld in het eerste lid bedraagt het gehalte aan vluchtige organohalogeenverbindingen uitgedrukt als chloor niet meer dan 0,1 milligram per liter.

3.   Het te lozen afvalwater, bedoeld in het eerste lid, kan op een doelmatige wijze worden bemonsterd.


Artikel 4.74


1.  
Bij maatwerkvoorschrift kan het bevoegd gezag artikel 4.73, eerste lid, niet van toepassing verklaren en hogere gehalten vaststellen dan de gehalten, bedoeld in dat lid.


2.  
Het bevoegd gezag kan een maatwerkvoorschrift als bedoeld in het eerste lid slechts vaststellen indien:


a.   de som van de vrachten van de metalen chroom, koper, nikkel, lood, zink, tin en zilver na het proces maar voor de eindzuivering minder dan 200 gram per dag bedraagt, of de gehalten genoemd in kolom A van tabel 4.73 niet met de best beschikbare technieken kunnen worden bereikt, met dien verstand dat het bij maatwerkvoorschrift toegestane gehalte niet meer bedraagt dan de gehalten genoemd in kolom B van tabel 4.73;


b.   aannemelijk is dat de som van de vrachten van de metalen chroom, koper, nikkel, lood, zink, tin en zilver na het proces maar voor de eindzuivering minder dan 80 gram per dag bedraagt, met dien verstande dat het bij maatwerkvoorschrift toegestane som van de gehaltes van de metalen chroom, koper, nikkel, lood, zink, tin en zilver niet meer bedraagt dan 15 milligram per liter indien het de som van de metalen in een representatief etmaalmonster betreft of niet meer dan 45 milligram per liter indien het de som van de gehaltes van deze metalen in een steekmonster betreft.