Open menu

Cradle to Cradle gaat kortweg over producten die oneindig kunnen worden hergebruikt of die onschadelijk kunnen worden afgebroken.

Uitgangspunten

1. Afval is voedsel
2. Gebruik huidige zonne-energie
3. Huldig biodiversiteit

ofwel
1. Producten moeten gemaakt zijn uit materiaal dat al gebruikt is
2. De biologische en technologische kringloop moeten gescheiden worden. Afval = voedsel (en mag dus niet giftig zijn) en de rest moet in de technologische kringloop hergebruikt kunnen worden.
3. Gebruik hernieuwbare energie
4. Less bad isn't good. Laat altijd een positieve voetdruk achter..het afvalwater zou b.v. schoner moeten zijn dan het water waarop geloosd wordt.
5. Het moet waarde toevoegen ipv verminderen (bouw huizen als bomen en steden als bossen.

ofwel

- van wieg tot wieg ipv wieg tot graf
- tracht de wereld beter achter te laten dan we haar aantreffen
- zo ontwerpen en produceren dat geen afval ontstaat
- doe dingen goed ipv minder slecht
- groei kan goed zijn zolang we meer bijdragen dan we verbruiken
- vindt oplossingen die zowel goed zijn voor people, profit and planet

ofwel

materialen moeten gezond zijn (en niet giftig)
materialen moeten kunnen worden hergebruikt
productie via duurzame energie
zorg voor water
sociale eerlijkheid

Onderzoek wijst uit dat dit kosten kan verlagen, de waarde van de producten doet toenemen, risico's doet verminderen en nieuwe winsten creeert m.b.t. de materiaalstromen.

Doelen

wereld beter achter laten dan we ze aangetroffen hebben
- de mens als onderdeel van het systeem verrijkt de aarde ipv maakt hem armer
- de oplossingen behouden of vergroten de biodiversiteit voor mens en natuur
- de oplossingen kennen geen afwenteling op mens, natuur ook niet elders en in de toekomst
Ecologische meerwaarde
- de oplossingen sluiten de biologische kringloop biologische materialen zijn afbreekbaar zonder milieuschade
- de oplossingen sluiten de technologische kringloop; veilige materialen kunnen veilig hergebruikt worden. 
Economische meerwaarde
- de oplossingen zijn potentieel winstgevend; ze verlagen kosten en verhogen opbrengsten
Sociaal culturele meerwaarde
- de oplossingen dragen bij aan rechtvaardigheid
- de oplossingen bieden mensen een gezond klimaat
- de oplossingen bieden plezier in het werk en gebruik er van

Werkwijze

Ontwerp intelligent door
- grondstoffen te vermijden die schadelijk zijn
- het zo te maken dat het makkelijk uit elkaar te halen is
- dat stoffen in hun biologische of technologische kringloop blijven
- voorkom menging zodat stoffen later moeilijk te scheiden zijn
produceer intelligent door
- verspilling van grondstoffen en energie te voorkomen
- gebruik lokale mogelijkheden
- benut de volledige keten om kringlopen te sluiten
- zet mensen optimaal in en respecteer ze (minder ziekte)
- gebruik duurzame energie
vermarkt intelligent
- door een nieuwe markt te creen voor gebruikte stoffen zodat afval verdwijnt
- verkoop het gebruikt van het product en niet het eigendom ervan

Denkwijze

Ambitieus
- doe dingen goed i.p.v. minder slecht
- doe meer goed dan nodig is voor je eigen succes
- verander niet het recept maar het menu (ontwerp geen nieuwe auto maar een nieuw vervoersconcept)
- Stel doelen voor 10 - 15 jaar
- Weeg ieder handelen af tegen de toekomstige effecten op jezelf en de omgeving
Optimistisch
- positieve groei is goed
- leer van elkaars fouten en resultaten
- respecteer en geniet van de diversiteit aan culturen
Realistisch
- wees zo goed als je kunt met wat er is
- blijf niet hangen in schuldgevoel maar lever een bijdrage mt je capaciteiten
- Wacht niet op anderen

Begrippen

Eco-effectiviteit = meerwaarde op PPP gebied
Eco-efficientie = schade aan milieu minimaliseren

De biosfeer = geheel van biologische materialen
De biologische kringloop = de cyclus waarin biologische materialen worden onttrokken, benut en weer worden teruggegeven

De technosfeer = het geheel van alle synthetische materialen
Technologische kringloop = de cyclus waarin technologische materialen worden onttrokken, benut en (her)gebruikt

Upcycling = het hergebruiken van materialen waarbij de waarde behouden blijft
Downcycling = het hergebruiken waarbij de waarde daalt

Intelligent ontwerpen = producten zo ontwerpen dat ze waarde toevoegen

X-list = de lijst met giftige stoffen die schade toebrengen
P-list = lijst met stoffen die veilig zijn

Alle Cradle to cradle bedrijven staan op deze kaart.
Alle Cradle to cradle producten staan hier

cradletocradle

Je zou je vrij moeten maken van boosdoeners als schadelijke stoffen. Dat betekent dat je een lijst moet maken van alle ingredienten die gebruikt worden in een ontwerp en dat die gifvrij en recyclebaar moeten zijn. Daarnaast moeten producten goed zijn in te zamelen, eenvoudig te recyclen en gemakkelijk terug te brengen in de kringloop. 
Het volledig uitbannen van schadelijke materialen en het compleet sluiten van kringlopen zal een zaak van de lange adem zijn. Je moet ervoor doen aan re-thinking, re-organizing, re-planning en re-scheduling. Men is tevreden met kleine stappen omdat het bijna niemand lukt om nu al perfect te zijn. Begin en verbeter daarna telkens. Act now and you don't have to be perfect. Als het bovenstaande lukt hoef je niet te minderen maar wordt het beter en leuker.

Cradle to cradle optimaliseert materialen, logistiek, energie, water en maatschappelijke rechtvaardigheid.

c2c1

c2c2

Het programma van TV is te zien op http://www.vpro.nl/programma/tegenlicht/afleveringen/30458986/items/30461003/

Wat als autos, schoenen huizen etc anders waren en het afval kan terugkeren in de grond en daar als voedsel kan dienen voor de planten..Dan krijg je hoe meer we consumeren, hoe meer we terug geven aan de natuur. Nu consumeren we en geven niets terug. Het wordt tijd dat mensen echte aardbewoners worden, Dat ze zeggen wat fijn dat ze er zijn. Dat we de andere soorten op aarde happy maken met het feit dat we er zijn. Het doel is een gevarieerde, veilige, gezonde en eerlijke wereld met schone lucht, grond, water en energie die op een economische, rechtvaardige en ecologische manier wordt gebruikt

Niet door dingen te maken die minder slecht zijn, maar juist door zaken te maken die goed zijn voor anderen. Die nieuw leven voortbrengen in plaats van die minder slecht zijn. Door minder kapot te maken beschermen we niets.  

Het streven is tijdens het recyclen de kwaliteit van het product te behouden of zelfs te verbeteren. men noemt dat upcyclen. Daarnaast moet je je kinderen met een gerust hart kunnen laten spelen op industrieterreinen.

Het concept is gebaseerd op drie basisvragen
1. Is het biologisch afbreekbaar
2. Is het opnieuw te gebruiken
3. Is het te verbranden voor energieopwekking

Als je in China te eten wordt gevraagd, is het onbeleefd om te vertrekken zonder naar de WC te zijn geweest. Je ontlasting bevat namelijk mineralen en stoffen die nodig zijn het land te bemesten.
Een indianenstam die haar doden cremeert vermengt de as door het voedsel om aan mineralen te komen die in hun voeding schaars waren.
Een een recent boekje over C2C in het onderwijs is hier te bekijken. 

 William McDonough (een van de grondleggers van Cradle to cradle) zegt

“De cultuur van de Nederlanders is eigenlijk de cultuur van de toekomst.” Volgens hem is ons land dé voorloper op het gebied van Cradle to Cradle.

McDounough bracht in 2002 samen met de Duitse chemicus Michael Braungart het boek Cradle to Cradle: remaking the way we make things uit. De Cradle to Cradle (C2C)-filosofie die in dit boek werd uitgelegd is het principe van gesloten kringlopen. Elke grondstof en elk materiaal moet volledig kunnen worden hergebruikt zonder verlies van waarde.

"Als je de bodem, energie en CO2 gebruikt als natuurlijk inkomen, dan kun je er iets mee laten groeien, zoals de Nederlanders groente en tulpen laten groeien"

De grootste uitdaging is

 “Waar kunnen we materialen vandaan halen die we samenvoegen en hoe kunnen we deze nuttig gebruiken? En hoe kunnen we dat steeds opnieuw doen? Idealiter kan elke grondstof of elk materiaal volledig worden hergebruikt, zonder verlies van waarde. Dat noemen we upcycling.

Tijdens de eerste industriële revolutie waren natuurlijke materialen vrij om te nemen. Dus namen we de rivier, de bomen, de vissen et cetera. Tijdens de volgende industriële revolutie moeten we begrijpen dat take-make-waste niet meer bestaat, maar dat het remake-retake-remake-restore moet worden, waarbij het concept van afval moet worden gelimiteerd.

Dat betekent ook dat het concept van nemen van de natuurlijke wereld verdwijnt. Dat is heel belangrijk, dat het niet nodig is om van de natuurlijke wereld te leven, dat we onszelf onderhouden met dingen die we wensen, en die bepaalde periodes gebruiken, omdat we ze zien als gebruiksartikelen. We gebruiken ze, hergebruiken ze en herstellen de bodem na gebruik.

Dus de resources (grondstoffen) zijn bijna eindeloos als we ze zien als résources. Dan kunnen we grondstoffen circuleren. Als we grondstoffen zien als sources, dan zijn ze niet eindeloos. Door dat te verbeteren groeit ook de economie. Maar het is niet alleen het sluiten van de kringloop.

Er zijn veel circulaire economieën die in een neerwaartse spiraal komen. Dat komt omdat ze niet upcyclen, maar downcyclen; dit soort bedrijven hergebruiken slechte dingen, waar ze vervolgens weer slechte dingen van maken.

Maar als je de bodem en energie, en CO2 uit de atmosfeer, gebruikt als natuurlijk inkomen, dan kun je er iets mee laten groeien, zoals de Nederlanders groente en tulpen laten groeien. Dus wanneer we inkomen uit de natuur gebruiken, zonder natuurlijk kapitaal te gebruiken, kunnen we dingen laten groeien.”

Hoe verhoudt de circulaire economie zich tot C2C?

“C2C omvat veel meer dan alleen de circulaire economie. Mensen denken vaak dat het alleen gaat om het sluiten van kringlopen, maar dat is niet zo. Stel ik maak een stoel in Michigan en ik verkoop die in Mexico. Als ik die stoel vijftien jaar later gebruikt en kapot bij het vuilnis zie liggen, dan gaat die niet meer terug naar Michigan. Dat is dus geen gesloten kringloop.

Maar de materialen, zoals aluminium, plastic, rubber, zijn wel iets waard. De stoel is dan niet langer een stoel, maar een onderdeel van de materials intelligent pool, die toegankelijk is voor verschillende bedrijven die bepaalde materialen gebruiken. De stoel is dus zodanig ontworpen dat aluminium eruit kan worden gehaald en opnieuw kan worden gebruikt als aluminium, en het rubber als rubber.

C2C gaat ook verder dan de levenscyclus van producten. Life Cycle Analysis (LCA) – wat op zichzelf heel belangrijk is – start typisch gezien met het winnen van grondstoffen en eindigt op een bepaalde manier. Een levenseindescenario is een einde als afval op de stortplaats of in een verbrandingsoven. Maar dan verlies je de waarde. Je kunt het product ook hergebruiken, maar wat als het een giftig materiaal is? Daar liggen kansen voor upcycling; waar we kunnen nemen we grondstoffen terug, zuiveren we deze en stoppen we ze terug in het systeem. Daarom is C2C eigenlijk een continu verbeteringsprogramma.”

“De grootste ontwikkeling is wat mij betreft dat enkele van de grootste certificeringsprogramma’s voor gebouwen, waaronder de Dutch Green Building Council (DGBC) en Leed, het keurmerk Cradle to Cradle Certified hebben geaccepteerd als standaard voor productkwaliteit. Dat is een belangrijke stap om de bouwsector duurzamer te maken.

Deze ontwikkeling zien we ook in de textiel- en kledingindustrie, waar het Cradle to Cradle Certified-keurmerk voor steeds meer productgroepen beschikbaar is. Dit keurmerk helpt ons enorm om C2C in het publieke domein te integreren. In de kledingindustrie ondersteunt het ons vooral om chemicaliën en textiel te begrijpen en om inzicht te krijgen in leveringssystemen.”

Eigenlijk zijn alle grote retailers ermee bezig. Ik werk in de Verenigde Staten bijvoorbeeld met Walmart, dat grote interesse heeft in de circulaire economie en C2C. Ook in Europa zien we grote merken die hiermee bezig zijn. Maar als je naar kleinere bedrijven kijkt, zoals het Nederlandse Mud Jeans of het Spaanse Ecoalf (dat kleding en accessoires van gerecyclede materialen maakt, red.), dan realiseer je je dat kleine bedrijven zich op deze manier kunnen vormen.

Ze hebben een veel nauwere connectie met de realiteit en met de problemen in hun productieketen. Ze hebben een veel sterker vermogen om zich te focussen en hun verhaal te vertellen, met legitimiteit, transparantie en accuraatheid, omdat ze zo klein zijn en omdat ze zo dichtbij kunnen zijn.

Het is dus geweldig om te zien dat grote bedrijven geïnteresseerd zijn in deze concepten, maar je ziet dat ook kleine bedrijven voorloper kunnen zijn. Het gaat er uiteindelijk om dat iedereen het samen doet.”

"Nederlanders zien de natuur niet alleen als hun vijand en niet alleen als hun vriend, maar als iets waar je met gratie en respect mee moet samenwerken"

“Nederland en de Verenigde Staten zijn de voorlopende landen op dit gebied. Persoonlijk denk ik zelfs dat Nederland hét leidende land is. Mensen vragen me waar ze moeten kijken om te begrijpen wat er allemaal gebeurt op het gebied van C2C. Dan zeg ik: ‘Kijk naar Nederland’.”

“In Nederland bestaat een culturele interesse in intelligent en value based werken. Maar tegelijkertijd denk ik dat het komt door de cultuur van samenwerking en letterlijk door de ‘poldercultuur’.

Nederlanders zien de natuur niet alleen als hun vijand en niet alleen als hun vriend, maar als iets waar je met gratie en respect mee moet samenwerken. En dat natuur er niet alleen is om van te nemen, maar dat het iets is om zeer voorzichtig en respectvol mee om te springen.

Dus ik denk dat we te maken hebben met een cultuur van samenkomen om uit te zoeken hoe je van de natuur een thuis kunt maken. De cultuur van de Nederlanders is eigenlijk de cultuur van de toekomst.”

Samen met onder anderen Coert Zachariasse CEO van vastgoedontwikkelaar, Delta Development Group, werkt u in Nederland aan de ontwikkeling van Park 2020 en Schiphol Trade Park. “Coert, een briljante vastgoedontwikkelaar, heeft mij ingehuurd en ik heb hem C2C-protocollen gegeven. We startten met het ontwerp van de gebouwen, maakten een masterplan en begonnen met bouwen. Hoe meer panden we bouwden, hoe meer C2C-producten die bevatten. Dat kwam omdat we goede relaties hadden opgebouwd met de bouwers.

Coert heeft heel mooie Economic and Accounting-tools ontwikkeld om de bouwwereld te laten inzien hoe de verbetering van de kwaliteit van gebouwen kan worden vertaald naar een succesvolle business en prestatie. Erg mooi. Dat heeft dan ook geresulteerd in een aantal zeer winstgevende kantoorgebouwen in een markt waar veel gebouwen leegstaan.

De verkopen blijven doorgaan. Bovendien zijn de gebouwen ontworpen voor demontage, dus we kunnen de materialen in de toekomst opnieuw gebruiken. Daarnaast zijn de gebouwen ontworpen om in de toekomst te fungeren als woningen.

Daaraan hebben we Schiphol Trade Park toegevoegd, dat nu de nationale hub voor Circulaire Economie in Nederland is geworden. Het idee is dat mensen uit verschillende sectoren, maar met hetzelfde gedachtegoed, elkaar hier kunnen vinden. Het mooie aan Nederland is dat we direct worden gelinkt aan andere hotspots in het land.

En daar blijkt ook weer uit dat Nederland op de goede weg is: er zijn veel puzzelstukjes die met de grijze kant naar boven liggen, maar we kunnen de hoeken en de kleuren al zien. We weten dus waar de lucht is, waar de polder is en waar de kleine lichten schijnen. Zo kunnen we het totaalplaatje compleet maken.”