Vragen bij de werking van zonnepanelen.
1. Tot welke chemische groep hoort silicium?
2. Tot welke hoofdgroep behoort het ? Hoeveel valentie elektronen heeft het ?
3. Hoe verschillen halfgeleiders, geleiders en niet-geleiders in hun gedrag ?
4. Wat is een elektronengat paar ?
5. Hoe kun je de verplaatsing van de gaten voorstellen ?
6. Wat verstaan we onder “doping ”,n-doping en p-doping van een silicium kristal?
7.Welke lading dragers veroorzaken de stroom van elektriciteit in een n-aangeslagen (n-doped) halfgeleider ? Welke in een p-aangeslagen ?
8. Wat gebeurt er wanneer zonlicht een halfgeleidend kristal raakt ?
9. Hoe noemen we het kleine lichtdeeltje dat een elektron uit de baan kan stoten bij een atoom ?
10. Waarvan is de energie van licht afhankelijk ? Heeft geel licht dezelfde energie als groen licht ?
11. Kan men een elektrisch spanningsverschil meten indien er geen licht op een zonnecel valt ?
12. Wat bepaalt de elektrische potentiaal (het voltage) van een zonnecel ? Is het afhankelijk van het materiaal of van de hoeveelheid zonlicht ?
13. Waarom neemt de stroomsterkte toe wanneer de lichtintensiteit toeneemt ? en wat gebeurt er in de cel ?
14. Wat gebeurt er als licht met een hoge frequenties de zonnecel raakt ? Wordt er dan meer stroom opgewekt omdat het zonlicht dan meer energie bevat ?
15. Met welke efficiency kan een commerciële polykristallijne zonnecel momenteel licht omzetten ?
16. Wat gebeurt er met het overblijvende deel van de straling die niet kan worden omgezet in stoom ?
Zonne-modulen /zonnecellen
Het gelijk maken van de spanning.
Bekabeling
54 Welke problemen treden er op indien kabels worden gelegd van het dak tot in het huis ?
Rekenopgaven.
Tracht de volgende opgaven op te lossen
Opgave 1
Er zijn zonnecellen beschikbaar met een spanning van 0.5 V en een stroom van 2 A belast. Een verbruiker werkt bij een spanning van 3.5 V en een stroom van minstens 1.5 A.
Hoeveel cellen moeten er verbonden worden en hoe ?
Opgave 2
Nu met dezelfde cellen maar met een verbruiker waarbij 0.5 V voldoende is maar die 4 A nodig heeft..
Hoeveel cellen moeten er verbonden worden en hoe ?
Opgave 3
Een andere verbruiker heeft 3.5 V nodig en een stroom van 4 A.
Hoeveel cellen moeten er verbonden worden en hoe ?
Opgave 4
Een zonne-installatie bestaat uit twee strings met 10 modules. Elke module heeft bij optimale instraling, een open spanning van 21 V en een kortsluitstroom van 2.8 A.
De tien modules zijn in serie met elkaar verbonden en de twee strings parallel.
Hoe groot is (bij optimale instraling) de kortsluitstroom en de open spanning in de string ?
Hoe groot is (bij optimale instraling) de kortsluitstroom en de open spanning in de parallele strings ?
Opgave 5
In de bovenstaande verbinding ging een module kapot. Een vriend van de huiseigenaar had een module over. Die module had (bij optimale instalering) een kortsluitstroom van 2 A en een voltage van 21 V maar liever de 2 A dan niets, is het niet ?
Hoe groot is (bij optimale instraling) de kortsluitstroom en de open spanning van de string met de nieuwe module ?
Hoe groot is (bij optimale instraling) de kortsluitstroom en de open spanning indien de module niet geïnstalleerd zou zijn ?
Wat gebeurt er in de totale verbinding ?
Was het daarom een goed idee de module te vervangen ?
Vragen bij de installatie van het systeem
Inverters
1. Wat zijn de functies van een inverter?
2. Er zijn twee verschillende inverter technologieën. Noem de meest belangrijke, hoe ze werken, voordelen en nadelen.
3. Waar moet je op letten bij het plaatsen van een inverter ? (Waar mag je hem niet neerzetten).
4. Welke vermogens van het net worden door een inverter gechecked en waarom?
5. Wat gebeurt er wanneer de inverter ontkoppeld wordt van het net, of wanneer er een stroomstoring plaatsvindt ? hebben bezitters van een PV-systeem dan alleen stroom of niet ?
6. Wat bedoelt men met MPP-tracking? Hoe werkt het principe?
7. Onder welke omstandigheden zet de inverter de hoogste voltages om zonder beschadigd zelf te
worden ?
8. Onder welke omstandigheden zet de inverter de laagste voltages om terwijl hij toch kan nog functioneren ?
9. Wat gebeurt er bij d.c. over-voltage, en bij d.c. onder-voltage?
10. Waarom is het vermogen van een inverter lager dan het piekvermogen van de modules (PV-generatoren)?
11. Wat gebeurt er indien de modules een hoger vermogen leveren dan het gewogen vermogen van de inverter en blijft dan toch nog in de toegestane spanningsrange?
12. Wat gebeurt er ‘s-nachts? Ontkoppelt de inverter dan of blijft hij continu doorlopen ?
13. Verbruikt de inverter zelf stroom ?
14. Waar moeten we op letten bij het leiden van de inverter kabels naar de voeding zodat de inverter kan werken ?
15. Waaruit bestaan de meeste modules tegenwoordig ?
16. Wat is het verschil tussen monokristallijn, polykristallijn en amorfe zonnecellen?
17. Wat is de efficiency van industriële zonnecellen ?
18. Wat is de theoretische efficiency van silicium zonnecellen?
19. Welke efficiency is bereikt in laboratoria ?
20. Welke spanning levert een silicium zonnecel?
21. Hoe veel cellen zijn normaliter verbonden in een module in midden Europa?
22. Wat betekent Watt piek (Wp) ?
23. Wat verstaat men ondet standaard condities bij modules ?
24. Bereikt men die standaard condities in normale omstandigheden ?
25. Hoe beïnvloedt een verandering in de temperatuur de stroom, het voltage ?
26. Hoe hoog is beschermende spanning voor gelijkspanning ?
27. Welke richting en hoek moeten panelen hebben voor de beste opbrengst ?
28. Wat veroorzaakt de grootste verliezen? Welke factoren bepalen de beste locatie ?
29. Wat wordt bedoeld met een branch?
30. Wat gebeurt er in de PV-distributor box?
31. Welke materialen worden gebruikt om zonnecellen te maken?
32. Wat betekenen de termen CIS en CdTe ?
Vragen bij de plaatsing van een willekeurige PV-installatie
14,. Waren er problemen of moeilijkheden bij de installatie?